Het is dezer dagen niet eenvoudig om een overzicht te houden op de expansieve Japanse dance- en elektronicascène. Als men er al in slaagt de verschillende artiestennamen uit elkaar te houden, blijft het quasi onbegonnen werk om het indrukwekkende aantal dj's, muzikanten en producers dat de laatste jaren (inter)nationaal doorbrak stuk voor stuk van dichtbij te volgen. Naast tal van artiesten in dansbare genres als deephouse, techno, broken beat en nu-jazz, zijn het vooral mensen als Susumu Yokota en Nobukazu Takemura die al geruime tijd aan een opmars bezig zijn binnen de meer experimentele elektronica. Een relatieve nieuwkomer in datzelfde genre is Takuma Itoi: een klassiek getrainde pianist die in 2001 begon te experimenteren met elektronica en onlangs zijn debuut 'Quietude' uitbracht op het Oostenrijkse Karate Joe-records.
Op 'Quietude' staan acht tracks die allen het midden houden tussen zaligmakende ambient en experimentele glitch. Takuma Itoi werkt grotendeels volgens het bekende knip- en plakprincipe waarbij men grillige brokken digitaal geluid aaneenlijmt met tal van effecten, maar doet dit op zulk een minutieuze, bijna organisch gestructureerde manier dat het geheel een zeer natuurlijk, ja warm karakter krijgt. De Japanner opent zijn plaat met 'Intro', een track van één minuut waarin hij de basiselementen - flarden van veldopnames, schaarse synthesizerakkoorden, digitale ruis en enkele simpele pianonoten – één na één beleefd voorstelt aan de luisteraar. Als deze muzikale puzzelstukken daarna op 'Trans-' opnieuw voorbijkomen en Itoi voor een eerste keer een typisch arrangement van 'opbouw- en afbraak' ten toon spreidt, zijn ook de eenvoudige spelregels bekend. Als eb en vloed golven vervolgens gevoelige microcomposities als 'The Third Person' en 'Go On' langzaam voorbij. Ogenschijnlijk niets met elkaar te maken hebbende noten evolueren tot kinderlijke melodieën die op hun beurt laag na laag opgestapeld worden, om dan plots in een loop vast komen te zitten en tot in eeuwigheid door te gaan met een minimum aan variatie. Vaak zijn het echter die kleine veranderingen die door hun timing en klankkleur het grote verschil maken. Takuma Itoi is namelijk een meester in het oproepen van grote emoties met een eerder beperkt palet aan klanken en technieken. Nu eens vrolijk en speels ('Travelator' en 'Waltz'), dan weer melancholisch of duister van ondertoon ('On The Wind'), met niet meer dan wat muziekdoosachtige loops, clicks, bleeps, sinustonen, galmende basdreunen en elektronisch geruis slaagt hij er telkens in een gevoelige snaar te raken. Door behoedzaam op te bouwen naar een 'climaxmoment' leidt Itoi de luisteraar vakkundig naar een punt waarop de lichtvoetige chaos plots in zijn plooi valt en een psychologisch kalmerende effect intreedt. Drums komen er daarbij nauwelijks aan te pas, al is er nu en dan sprake van een psuedo-ritmesectie opgebouwd uit 'clicks en pops' ('Microbe').
Wat vooral opvalt aan deze 'Quietude' is de subtiele manier waarop Takuma Itoi - in tegenstelling tot vele van zijn collega's in het glitchgenre - zowel de dissonantie als de verveling weet te ontwijken door herkenbare (weliswaar verminkte) melodietjes te combineren met uitgekiende abstracte geluidsexperimenten. De Japanner brengt niets wereldschokkends, maar levert met zijn debuut een lieflijk, redelijk timide plaatje af dat zich door zijn gelaagdheid uitstekend leent tot passief én actief luisteren. Vooral in dat laatste geval en met de hoofdtelefoon op de knikker kan deze 'Quietude' wel eens voor aangename verrassingen zorgen bij zij die de tijd nemen om de trip 40 minuten lang te ondergaan.
Meer over Takuma Itoi
Verder bij Kwadratuur
Interessante links