De voorbije jaren lijkt het muzikale partnerschap tussen pianiste Sylvie Courvoisier en violist Mark Feldman te zijn geïntensifieerd. In talloze uiteenlopende bezettingen wordt hun samenwerking tegenwoordig gedocumenteerd. Verschillende opgemerkte Tzadik-releases (waaronder de gloednieuwe duoplaat ‘Oblivia’) en het gelauwerde ‘Lonelyville’ uit 2007 liggen bij vele liefhebbers ongetwijfeld nog vers in het geheugen. Nu is er alweer een nieuw album, ‘To Fly To Steal’, met een kwartet dat door hen beide wordt aangevoerd.
Het aandeel van improvisatie is best groot op deze plaat. Niet alleen zijn drie van de zeven tracks spontane groepsimprovisaties, ook binnen de composities van Courvoisier en Feldman wordt de musici veel vrijheid gegund. Dat wordt weliswaar afgewisseld met scherpe, (door)gecomponeerde passages die het uiterste vergen van de leden van dit kwartet. De lange, aartsmoeilijke themaatjes van ‘Messiaenesque’ en ‘The Good Life’ bijvoorbeeld, worden op onnavolgbare wijze unisono uit de vingers getoverd. Af en toe worden fragmenten hiervan vrijblijvend door de vier musici opgepikt, zij het in een gemuteerde vorm die afhankelijk is van het moment.
In de verbindingsstukken wordt alles opengetrokken, waardoor de vier ritmisch vrij de harmonische dimensie kunnen verkennen. Hier onderscheiden zich de twee andere betrokken musici, Thomas Morgan (contrabas) en Gerry Hemingway (drums). Voorzichtig geplaatste noten van de bas en een subtiele roffel of slag zorgen hierbij voor een open muzikale ontwikkeling, wat ‘Whispering Glades’ bijvoorbeeld in onrustige, mysterieuze wateren stuurt. De clichés en valkuilen van de improvisatie worden zonder problemen vermeden, niemand geeft echt de richting aan en de interactie ontwikkelt zich traag maar organisch zonder in een vast patroon te verzanden.
De zuiverheid van uitvoering is een opmerkelijke troef van dit gezelschap. Het valt vooral op hoe Courvoisier nooit zwaar op de maag gaat liggen, ook al vuurt ze de ene cluster na de andere af. De ruwe, vaak dissonante bouwstenen die ze bij elkaar gooit maken dan ook steevast deel uit van een indrukwekkende constructie, die de luisteraar tot een ruimer perspectief dwingt. Haar band met de hedendaagse gecomponeerde muziek is duidelijk sterk. Dat blijkt uit de door haar geschreven stukken waarbinnen elke jazzinvloed lijkt te zijn verdwenen. Korte pulserende motiefjes, atonale sprongen op het klavier en een eigen kijk op contrapunt vieren hoogtij op de titeltrack van haar hand.
Feldmans bijdragen zijn daarentegen eerder toegankelijk. In de eerste plaats vertoont zijn manier van spelen zelden opdringerige of weerbarstige trekjes. Maar ook zijn composities (met voorop het meditatieve ‘Five Senses of Keen’ en de jazzy passages van ‘The Good Life’) zijn min of meer conventioneel te noemen, zeker in vergelijking met deze van Courvoisier. Dat maakt van deze plaat een afwisselend geheel, vol improvisatie en karakteristieke composities. De uitvoering is op elk moment briljant, maar het effect blijft op ‘To Fly To Steal’ soms een beetje achterwege.
Meer over Sylvie Courvoisier - Mark Feldman Quartet
Verder bij Kwadratuur
Interessante links