Toegegeven, de titel van Super Reverbs eerste album ‘Avant Garde is the French Word for Shit’ is leuker dan die van opvolger ‘Super Reverb II’. Echt verrassend doen Michael Beckett (Kpt. Michigan) en Jürgen De Blonde (Köhn, de Portables) op deze laatste plaat ook niet en door de grote variatie lijkt het geheel een allegaartje van songs en tracks. Toch worden deze potentiële problemen in toom gehouden door de muzikaliteit van De Blonde en Beckett die alomtegenwoordig blijft.
De twee zijn van verschillende markten thuis en gaan uiterst klankgevoelig te werk. In welke setting ze ook opereren, altijd blijft het geluid transparant en elke laag hoorbaar. De muziek klinkt vaak zo argeloos dat het lijkt alsof de twee de nummers snel maar behendig in elkaar gedraaid hebben – de meeste werden trouwens via het op afstand uitwisselen van bestanden gemaakt. In combinatie met de ironische songtitels lijkt het wel alsof ze, mits enkele weken tijd, zo nog wel zo een paar platen kunnen afleveren.
Sommige nummers op ‘Super Reverb II’ zijn echte songs, met alle strofes en refreinen van dien. ‘We’ll Probably Never Meet Again’ leunt met razende elektronica en gedramde gitaarakkoorden zwaar naar shoegazer en de stompende drums, klassieke gitaar en zang van ‘He Hates Himself and He Just Wants to Die’ katapulteren de luisteraar terug naar rock (De Blonde refereert in een interview zelf aan de Kinks) van enkele decennia geleden.
Net zo gemakkelijk wordt de muziek echter abstracter en in deze gedaante komen de kwaliteiten van De Blonde en Beckett het best naar voor. Wanneer ze kunnen werken met zuiver geluid, loops en gelaagde structuren bouwen ze knappe constructies op: flikkerend en dreunend in het rituele en repeterende ‘Mammoth’ of new age-achtig in ‘It’s Always True From Someone’s Point of View’ met pulserende klanklagen en psychedelische Vangelis-synthesizers. Het knapste geluid wordt gerealiseerd op ‘Down and Out in Salvador da Bahia’ en ‘I’m In so Deep That I’m so Far Out’: rijk en gevarieerd waarbij soms heel verschillende registers en kleuren mooi met elkaar in balans gebracht worden waardoor alles helder en duidelijk blijft.
De “zwakte” van ‘Super Reverb II’ is dat alles zo spontaan en moeiteloos klinkt, dat de muzikaliteit van De Blonde en Beckett als te vanzelfsprekend genomen kan worden. Zeker voor wie het andere werk van deze twee heren afzonderlijk kent.