Sun Ra mag dan al vijftien jaar het tijdelijke voor het eeuwige hebben omgewisseld, de stroom aan opgepoetste heruitgaves en nooit eerder verschenen registraties van concerten en repetitiesessies van deze freejazzgrootheid houdt maar niet op. Echte Sun Ra-freaks kunnen zichzelf bijvoorbeeld verwennen met de aanschaf van een net uitgegeven 28 cd-r-box met de registratie van een concertreeks dat Sun Ra begin jaren '80 in Detroit afwerkte. Dit album is een heruitgave van het in 1966 op Sun Ra's eigen El Saturn-label verschenen album en bevat als bonus een voorheen onuitgegeven track.
'Worlds Approaching' wordt gedragen door een schurende, pulserende baslijn, af en toe bijgestaan door timpanipercussie en ruw klinkende elektrische piano. Daarover mogen de blazers volledig loos gaan en onder meer Marshall Allen, die de eerste solo voor zijn rekening neemt, imponeert op hobo met een atonale, wilde solo. De klank van de percussie en de postproductie bezorgen het geheel een metaalachtige klank. Dat The Residents zich in het begin van hun carrière door het werk van Sun Ra zouden hebben laten beïnvloeden is als je deze track hoort, niet moeilijk aan te nemen. In de twee volgende tracks worden de grenzen van het muzikale opgezocht en overschreden. Sun Ra besloot om zijn personeel uit te rusten met exotische en zelf gefabriceerde snaarinstrumenten. Dat zijn gevolg geen ervaring had met het bespelen ervan vond hij geen handicap, maar net een uitdaging ('It's an exercise in ignorance' aldus Sun Ra). De pure experimenteerdrift, zonder te zijn 'misvormd' door klassieke training, moest leiden tot nieuwsoortige muzikale exploraties. Geleid door de handbewegingen van Sun Ra improviseert zijn ensemble al plukkend, trekkend en strijkend aan snaarinstrumenten zoals basviool, koto, bandura en dutar. Wie welk intrument bespeelt is daarbij van ondergeschikt belang en wordt ook niet vermeld, het collectieve geluid primeert. De enige duidelijk herkenbare instrumenten die in dit half uur opduiken zijn de als interpunctie dienende drumsolo's en de sporadisch opduikende, vocale capriolen van Art Jenkins, nog het best te vergelijken met een soort ontspannen gejodel. Hoewel het geluid fascineert en het experiment inderdaad interessante klanktexturen oplevert, is het vermoeiend om deze stukken integraal uit te zitten. 'Door Squeak', de bonustrack, documenteert hoe het er in de repetitieruimte moet zijn aan toegegaan. Hierbij wordt geïmproviseerd met - weinig verrassend met zo'n songtitel - het geluid van een deur met slecht geoliede scharnieren die almaar traag wordt geopend en gesloten. Gedurende het verloop van de track is te horen hoe microfoons nog worden bijgesteld om een betere opname van het deurgepiep te verkrijgen. De track is ijler en minimaler dan de vorige en daardoor lichter verteerbaar.
'Strange Strings' slaagt er niet in om de aandacht over heel de lijn vast te houden, maar is een voor die tijd gedurfd en vooruitstrevend werk. De uitgebreide en interessante liner-notes van Hal Rammel zorgen ervoor dat de luisteraar niet volledig stuurloos in Sun Ra's onmetelijke cosmos rondtuimelt. De 'Strange' uit de albumtitel is een eufemisme, en niet een klein beetje.
Meer over Sun Ra & His Astro-Infinity Arkestra
Verder bij Kwadratuur
Interessante links