Deathcore: niet iedereen is er door gecharmeerd. De combinatie van überbrute death metal en de typische breaks uit hardcore krijgt nogal wat tegenkanting door puristen. Suicide Silence is echter een act die dankzij hun eerste twee albums de lat bijzonder hoog legde voor de concurrentie en eerlijk is eerlijk: door het enorm brute karakter van die platen ging niemand kankeren over de clichés van het genre. 'The Black Crown' is ondertussen hun derde worp en het lijkt alsof de jongens eens wat nieuws willen proberen, helaas niet altijd met even veel succes.
Het goede nieuws is wel dat Suicide Silence niet geprutst heeft aan het massieve geluid dat hun eerdere albums ook kenmerkte. Het geheel klinkt overweldigend en de songs zijn ogenschijnlijk nog steeds even chaotisch als voorheen, zij het dat de logge breakdowns natuurlijk bewaard gebleven zijn. Ook de zang is nog altijd bruut en rauw, zonder die afgrijselijke kreten die in het genre gemakshalve pig squeals worden genoemd, aangezien ze daadwerkelijk lijken op de doodskreten van een zwijn.
Toch hapert er wat aan 'The Black Crown': de pogingen die de band doet om subtiel te zijn (onder meer door toevoeging van een gastzanger als Jonathan Davis van Korn) zijn geregeld misplaatst. Voorzichtige melodieën lopen hopeloos verloren te midden al het geweld en in sommige passages doet Suicide Silence te veel denken aan een middelmatige metalcoreband die het gaspedaal induwt om net dat tikje extremer te zijn.
Het is net die zoektocht naar meer subtiliteit en voorzichtige vernieuwing die bij deze 'The Black Crown' wat op zijn gezicht doet vallen. In de stukken waar de groep zonder enige terughoudendheid onwaarschijnlijk loos gaat, klinkt het geheel zoals het hoort: bruut, diep en hard. Het zijn die nieuwe stapjes die te flets, te ongeïnspireerd en te dertien-in-een-dozijn overkomen. Best wel jammer, want er hard beduidend meer in gezeten. Nu heeft Suicide Silence een vrij doorsnee deathcoreschijf gemaakt, terwijl ze een pompend monstertje hadden kunnen hebben.