Jelmer Cnossen ofte JC ofte Malorix en Henk Bakker ofte Xstatic Tics hebben elkaar gevonden. De Friese muziekrecycleerder en de Rotterdamse componist hebben respectievelijk hun drumstel en basklarinet ter hand genomen, er een tijdlang mee geïmproviseerd en de opnames terug mee naar huis genomen. De resultaten werden in laptop en homestudio gestoken en totaal verknipt, vervormd en opnieuw gecompileerd in tien diverse, erg abstracte klankbelevenissen waarin de oorspronkelijke geluidsbronnen nauwelijks nog herkenbaar zijn.
Het vraagt enige bereidwilligheid om een geheel van structuurloze geluiden als op dit album echt onder de noemer ‘muziek’ te categoriseren. Het eindeloze knip-en plakwerk van de initiële opnames, heeft hen getransformeerd tot een nonsense van tikkende, rafelende klanken, overstuurde zoemtonen, getok en geklop, industriële echo’s en ga zo maar door. Elke keer komt er een ander, zinloos stukje auditief avontuur aandraven, tien keer op rij.
In een track als ‘Exart’ zitten enkelwaar wat ratelende en rafelende klanken en lijken zaken te weerklinken als een snel teruggespoelde tape, een ronkend elektromotortje en raspende bordvegers. Er wordt gewerkt met schijnbaar vertrouwde, ritmische geluiden die elkaar op een heel erg snel tempo aanvullen of verdrijven. Tijd voor structuur is er in geen geval. Opener ‘Uhrlicht’ zit dan weer vol met ruis, enkele donkere klarinetstoten (een zeldzaam moment van herkenning), een doos vol metalen knikkers, geklop, getik. In elk geval is ‘Subterraneanact’ niet enkel erg creatief in zijn geluidsmanipulaties, maar is het zelf gefabriceerde ding ook erg fragmentarisch en ongeduldig. De plaat bestaat voor meer dan 90% uit ritmische klanken (de rest valt onder categorie ‘glijdende sfeertonen’), maar nergens is enige structuur merkbaar en voortdurend gebeurt er weer wat anders.
Laat dat ook meteen de enige verdienste zijn. Want hoewel de titelloze cd meer en meer minimalistisch wordt met welkome stiltes, blijft een soort van drukte aanwezig, hoewel totaal overstuurde en ongemakkelijke tonen die een nauwelijks aanhoorbaar ‘Specon 9’ domineren, gelukkig niet meer de kop opduiken.
Wie toch de noemer ‘muziek’ wil houden, maakt er maar best ‘flardmuziek’ of ‘rommelmuziek’ van. Abstracter dan dit is immers niet mogelijk. En hoewel inderdaad enig respect kan getoond worden voor de ingenieuze manier waarop voortdurend nieuwe stukjes de kop opsteken voor een puzzel die nooit te maken valt, is het maar de vraag wie in dit werk enige inspiratie kan vinden. “Use it as the background for your holiday videos”, zoals de heren op hun MySpace posten, is mogelijk een geschikte invalshoek.