Onbegrijpelijke songteksten in een zelfverzonnen soort Frans, met distortion-effecten beladen vocals, een hoogst bizarre groepsnaam... wie Stuurbaard Bakkebaard al een beetje kent van hun optredens of hun vorige cd's, weet dat deze Nederlanders lichtjes lak hebben aan alles wat neigt naar te veel sérieux. Twee van de drie Bakkebaard-leden waren in een ver verleden actief als straatmuzikant, en dat hoor je. Doorheen de muziek van de groep waart immers nog steeds een zweem van vrijgevochtenheid en rebelsheid, een je-m'en-foutistische attitude die best wel een origineel geluid oplevert. Want de sound van Stuurbaard Bakkebaard is niet zo gemakkelijk te omschrijven als op het eerste zicht lijkt: de fundering wordt gevormd door een garageband-bezetting van gitaren en drums, maar dan wel met een contrabas in plaats van een basgitaar. Meestal tappen de drie heren uit het vat van de Tom Waits-achtige roestige rock (zoals bijvoorbeeld het Noorse Kaizers Orchestra ook doet), maar op sommige nummers kunnen ze zich net zo goed transformeren tot een onbehouwen bende punkrockers en laten ze de vettigste gitaarklanken in alle richtingen spatten. Kortom: op het vlak van de arrangementen zit het bij Stuurbaard Bakkebaard best wel snor.
Daartegenover staat, dat de groep op 'Whistle Dixie' nog steeds aan hetzelfde euvel mank gaat als op hun vorige plaat (het twee jaar oude 'Mercedes'): achter de volwassen sound schuilen veel te vaak songs die zich nog in een embryonaal stadium bevinden. Bij een eerste beluistering valt dat niet meteen op, en happen tracks als 'Crackhouse Mayday Suicide', 'Dope' of 'Stoke' dankzij hun oerelementaire rockriffjes, ongekunstelde drumpartijen en catchy melodieën vlot weg. Maar na enkele keren wordt het duidelijk dat dit vooral nummers zijn om onnadenkend op te headbangen: op vlak van structuur en melodie zijn ze immers bijzonder ongevarieerd. Dit geldt in het bijzonder voor 'Aaaaah!', een songtitel die even weinig aan de verbeelding overlaat als de muziek die erachter schuilt: wat 'aah'-geroep overheen simplistische gitaar- en contrabassriffs, en daar blijft het ongeveer bij. Stuurbaard Bakkebaard lijkt zich kostelijk te hebben geamuseerd bij de opname van de track, maar het plezier straalt niet echt af op de luisteraar.
Gelukkig slaan de heren de bal niet altijd mis – op sommige nummers blinkt onder het roestlaagje van instrumentatie en arrangementen wel degelijk een volwaardige song. 'Home' is hiervan een voorbeeld: de contrabas wordt hier met de strijkstok bespeeld, hetgeen zorgt voor een zwalpend, licht vals en houterig geluid, naast dat van akoestische/elektrische gitaren en knapperig droog klinkende drums. En hoewel de prominente slidegitaar op 'Sippin' On Your Tea' een wel héél repetitieve riff speelt (die uit steeds dezelfde twee noten bestaat), kan de track toch doorgaan als de meest aanstekelijke van de hele cd (maar daar zullen de absurde lyrics, vol halfverstaanbare schunnigheden, ook wel voor iets tussenzitten).
Het feit dat Stuurbaard Bakkebaard vaak voor bijzonder ongecompliceerde arrangementen en instrumentale partijen kiest, vormt geen enkel bezwaar – het al dan niet 'moeilijk' zijn van muziek is immers geen criterium voor kwaliteit. Maar deze keuze zorgt er wél voor dat de monotonie en de oppervlakkigheid van de meeste songs genadeloos wordt blootgegeven. Live zullen de tracks van 'Whistle Dixie' ongetwijfeld voor aardig wat ambiance zorgen, maar om thuis te (her)beluisteren, zijn ze doorgaans veel te efemeer.
Meer over Stuurbaard Bakkebaard
Verder bij Kwadratuur
Interessante links