Echt hoogdravend kan de muziek van het Belgische collectief Studio Pagol niet genoemd worden. Met hun mix van muziekculturen draaien ze ongegeneerd Indische tabla's en sitars door dancebeats, Noord Afrikaanse ritmes, Oosterse melodielijnen , plopperende elektronica, zuiderse grooves, relaxte lounge en elektrische gitaren. In hun combinaties stellen ze geen vragen naar authenticiteit. Het lekkere, licht verteerbare en vooral het dansbare krijgen de overhand. En op deze fronten weet de groep met 'The Rest of the World' zeker te scoren.
Dat de cd vrijwel uitsluitend zal werken als dansvoer op festivalweiden of als mooie achtergrondmuziek is een nevenaspect dat ook mindere kanten heeft. Zo zijn sommige nummers bij momenten iets te vlak, waardoor de muziek van bijvoorbeeld 'Stop!' er niet in slaagt het uitroepingsteken uit de songtitel te verrechtvaardigen. De synthesizermelodie die op de lekkere triphopbeat geplaatst wordt klinkt plat en clichématig. Hierdoor gaat de boodschap "Please, stop the War! I don't agree", gebracht door een computervervormde stem, totaal verloren. Ook op 'Jealousy' werkt de serieuze toets van Studio Pagol niet. De elektronica en synthesizers die de muziek domineren klinken te goedkoop om het vertelde verhaal – van een relatie die evolueert van schattige, jeugdige verliefdheid naar pure jaloezie – geloofwaardigheid te geven. Om echt te beklijven missen sommige songs ook richting. Het gebrek aan climaxen of dynamische evoluties doet ze verder kabbelen zonder de adrenaline in de luisteraar te bespelen. In 'Mowgli' gaat Studio Pagol wat verder en verraadt een zoevende elektrische industrial-allures. Echt sporen nalaten doet deze track echter niet. Ook in de afsluitende liveopname klinkt de groep minder geïnspireerd. De loungy groove loopt en blijft lopen, maar wat er wordt op geplaatst is niet van die orde dat het een geconcentreerde luisterbeurt doorstaat.
Wanneer het gaat over het aangenaam mengen van klanken komt de sterkere kant van Studio Pagol naar boven. Zonder alles op een onoverzichtelijke hoop te gooien, weten ze bij momenten de verschillende muziekculturen tot één mooi geheel om te smeden. Het luie reggaeritme met accordeon en scratchgeluiden van 'Supreme Blue' of de zonnige mix van Spaanse en Indische zang, zuiderse blazers en een sitar van 'Para Lucia' zijn daar hoogst genietbare voorbeelden van. In 'Urban Gnawax' wordt de Afrikaanse kaart getrokken wanneer het strakke van de fourbeat wat gebroken wordt door de licht tegenwringende ritmes van kletterende percussie. Saxen en een scanderend koor doen de balans hier verder naar het zwarte continent overhellen. Een van de meest frisse nummers op de cd is 'Shangra Night Fever'. Zonder te bruuskeren verandert het klankbeeld hier door combinaties en afwisselingen van een sappige percussiedrive, Indische sitar, orgel, springerige mondharpklanken, trompet en zangpartijen die onbeschaamd te leen gaan bij jaren '70 kitsch. Het is op deze pretentieloze momenten dat Studio Pagol het sterkst klinkt.
Met een duur van 70 minuten kan 'The Rest of the World' niet de hele tijd boeien. Hierdoor ontstaat het gevaar dat de beter tracks verdrinken tussen de minder geslaagde, waardoor het voor menige luisteraar niet gemakkelijk zal zijn om uit te maken welke van de twee soorten er nu overheerst.
Meer over Studio Pagol
Verder bij Kwadratuur
Interessante links