Met een cowboy op de hoes en met een titel als 'Backwards into the Backwoods' is iedereen benieuwd naar wat Stian Carstensen in zijn nieuwste cd verwerkt heeft. Wel, dat is een hele boel. De Noorse multi-instrumentalist creëert hier samen met vier vrienden (trompettist Arve Henriksen, cellist Ernst Reijseger, drummer Jarle Vespestad en pianist van dienst Haavard Wiik) een eigen nieuw klankuniversum. De titel mag dan wel geïnspireerd zijn op iemand met een geweer "backwards into the backwoods" te (ver)jagen, eigenlijk bedoelt Carstensen ermee dat hij deze cd ziet als een sprong in het onbekende. Met de rug gekeerd naar dat wat de toekomst brengen zal en de accordeon in de hand, loopt hij nieuwe horizonten tegemoet.
Carstensen doet dit langs verschillende wegen. Enerzijds zijn er de duidelijk op de folktraditie geïnspireerde nummers zoals 'Vlad Tepes' two-step', 'Buckwheat's on bogweed' en 'Solo Improvisation N° III'. Hij put echter niet uit slechts één traditie. Zowel de Bulgaarse en Roemeense zigeunertraditie met hun viool- en accordeonmuziek als de Amerikaanse hillbilly en blue grass komen aan bod. De thema's en de instrumentatie zijn nog wel trouw aan die traditie, maar de structuur en harmonisatie van zijn werken is veel meer uitgebouwd dan dat je dat bij gewone folk zou verwachten. Zijn spel met atonale toetsen en complexe ritmiek of ook zijn verrassende invullingen van bekend klinkende deuntjes zetten de luisteraar steeds weer op het verkeerde been. Zo lijkt 'Vlad Tepes' two-step' drie minuten lang wel op een doodgewoon volksdansje, maar net dan laat Carstensen het ritme plots zo veranderen dat de benen van elke rechtgeaarde volksdanser in de knoop geraken.
Een andere grote bron van inspiratie voor Carstensen is de Roemeense hedendaagse componist György Ligeti. Zijn atonale en multiritmische werken zijn een basis voor verschillende van de nummers op deze cd. Zo is er de openingstrack 'Dimitri's Polynesion vacation', waarbij al de vroeger genoemde componenten aanwezig zijn. Verder komt het ideeëngoed van Ligeti vooral in de solo improvisaties, waarvan er vijf op de cd staan, aan bod. In 'Solo Improvisation N° I' bijvoorbeeld speelt Carstensen op zijn midi-accordeon een zeer langgerekte atonale melodie waaronder en waartussen een gewriemel van noten gevlochten wordt. Ook in de andere solo-improvisaties verwerkt Carstensen het harmonisch en melodisch gedachtegoed van Ligeti. In het nummer vijf komen deze twee invloeden tot een symbiose: een westernachtige aanhef vermengt zich met absoluut vervreemdende harmonieën.
Carstensen slaagt erin op deze cd ten minste twee van zijn ver uit elkaar liggende interesses, folk en Ligeti, te verbinden: een werkelijk huzarenstukje. Door die combinatie blijft de muziek ofwel steeds dat kleine tikje aandacht vragen dat je bij folk rustig mag laten varen, ofwel juist eventjes die rust en zekerheid geven die je bij Ligeti soms kan kwijtspelen: het ontdekken waard.
Meer over Stian Carstensen
Verder bij Kwadratuur
Interessante links