Euphoniumvirtuoos Steven Mead heeft volgens de hoesteksten intussen 45 cd's op zijn naam, onze teller stopte vorig jaar bij 34 als solist of gastsolist. Het is niet van zoveel belang: hij is met vlag en wimpel de euphoniumspeler met de meeste opnames. In 1989 koos hij voor een solocarrière, bestaande uit cd-opnames, optredens en masterclasses over de hele wereld. Verder maakte hij naam met door hem ontwikkelde mondstukken bij fabrikant Denis Wick, degelijke studieboeken en is hij adviseur bij instrumentenfabrikant Besson. Hoewel een uitstekend zakenman, is hij in de wereld van de blaasmuziek tegelijk erg populair: sterallures zijn hem namelijk vreemd. Zijn opnames met diverse blaasorkesten zijn geen misse zet. Welke cd moet je in godsnaam kiezen uit zo'n reeks? De keuze wordt inderdaad gemakkelijker wanneer een band uit eigen streek aan de cd meewerkt.
Voor 'Euphonium Virtuoso' werkte hij samen met Brass Band Buizingen en dirigent Luc Vertommen. Mead was aangenaam verrast na het beluisteren van de vorige cd van Buizingen, 'Ad Optimum', waar 's werelds beste sopraancornettist Peter Roberts op te gast is en hij besloot dan ook om met Buizingen samen te werken. Luc Vertommen arrangeerde ook vier van de zeven werken. Van die vier zijn er al zeker twee die Brass Band Buizingen ook in huiskamers buiten ons land zullen brengen. Het prachtige Maorilied 'Pokarekare Ana', waarschijnlijk beter bekend in de versie van Kiri Te Kanawa, maakt al een tijdje deel uit van zijn repertoire en staat nu eindelijk op cd. Het is een bijzonder fragiele ballade over een stamhoofd die begin 20ste eeuw verliefd wordt op een veel jongere schoonheid. Het andere werk is 'Concerto for Cello and Wind Orchestra' van de 20ste-eeuwse Oostenrijkse pianist en componist Friedrich Gulda, die enerzijds furore maakte met uitvoeringen van Beethoven en Mozart maar tegelijk de klassieke wereld geregeld tegen de schenen schopte met zijn door jazz beïnvloede composities en improvisaties. Vooral in het eerste deel valt die symbiose van klassiek en jazz op. De stijl is zo verrassend dat je haast vergeet te letten op de virtuositeit van Steven Mead en op de gitaarpartij, door Vertommen heel mooi geïntegreerd in zijn arrangement. Ook de twee andere arrangementen lonen de moeite. 'The Playful Pachyderm' van Gilbert Vinter, werd oorspronkelijk geschreven voor fagot en 'Introduction and Tarantella' is een virtuoze vioolsolo van Pablo de Sarasate, waar Steven Mead het onderste uit de kast haalt om de originele en typische vioolstijl zoveel mogelijk te benaderen.
Van de overige drie werken is in de blaasmuziek vooral Joseph Horovitz' 'Euphonium Concerto' bekend. Mead nam het al een keer op met de Schotse brassband CWS Glasgow op 'Horovitz Music for Brass'. Het bijna 35 jaar oude werk is een mijlpaal die het pad heeft geëffend voor veel ander "ernstig" werk voor euphonium, zoals de opener van deze cd, 'Harlequin'. Philip Sparke schreef dit werk in opdracht van iemand die mogelijk Meads gedoodverfde opvolger is, David Childs. Het is na 'Pantomime', 'Party Piece' en twee euphoniumconcerti het laatste deel van een serie werken die Sparke schreef voor euphonium. Na een romantische inleiding volgt een cadenza die uitmondt in een uitbundig slot.
Net als bij 'Locomotion', die hier eerder werd besproken, is de klasse die deze cd uitstraalt indrukwekkend. Het repertoire van 'Euphonium Virtuoso' is zelfs nog een tikkeltje boeiender. Bovendien kan een beetje chauvinisme hier zeker op zijn plaats: er wordt in ons land vaak veel boeiende en virtuoze muziek gespeeld maar men hoort het zelden of men wil het zelden horen. Voor fans van Steven Mead is deze cd zeker een aanrader. Belgen die pretenderen interesse te hebben voor de betere muziek van eigen bodem moeten dit kleinood eveneens absoluut in huis halen. En nu maar hopen dat ze ook eens in 'De Tuin Van Eden' op Klara in de blaasmuziek op ontdekkingstocht gaan.
Meer over Steven Mead & Brass Band Buizingen
Verder bij Kwadratuur
Interessante links