Waar te beginnen? Amerikaans multi-instrumentalist en ambientmuzikant Steve Roach heeft op drie decennia tijd monsterlijk veel releases en projecten uitgewerkt, waarvan sommigen in het wereldje van minimale synthesizer- en gitaarmuziek als heuse parels worden beschouwd. De steeds zelf evoluerende Antwerpenaar Dirk Serries (VidnaObmana, Fear Falls Burning, Microphonics, …) baadt in hetzelfde internationaal vaarwater en moet qua projecten en –vaak beperkt uitgegeven- cd’s en platen zeker niet onderdoen. Net vijftien jaar geleden doken beiden in de studio om met een megalomaan sfeerwerk, ‘Ascension of Shadows – Meditations for the Millenium’ op de proppen te komen. ‘Low Volume Music’ lijkt een langverwacht vervolg op dit werk te bieden.
“Alles komt terug”, lijkt deze plaat te willen zeggen. Want twee grootmachten in de ambient-dronewereld hebben elkaar niet na vele lange, expressieve jaren teruggevonden, maar met de muziek op ‘Low Volume Music’ willen ze ook terugkeren naar de essentie: de kern van muziek. Ze gaan voor ambient in zijn meest zuivere, natuurlijke belevingsvorm. Dat betekent geen eindeloos diepe details of complexe effecten die hoofdtelefoons vereisen om te moeten ontdekt worden. Het gaat hier om warme sfeerkleuren, atmosferische geluidstapijten die in vrij heldere vorm een langzame loopbeweging maken en daardoor zowel rust als gemoedelijkheid uitstralen.
Noem het “minimalisme”, maar niet “saai”. Want zelfs een nogal rechttoe rechtaan ‘Whisper’ kent een voortdurend bewegende basistoon die uit veel fonkelende nuances, space-effecten en meerdere noten bestaat. Het nummer lijkt wel wat op een toverbol vol schakeringen en nogal willekeurige dynamiek, maar wel mooi rond. Hoewel het album zich dus verzet tegen steeds luidere en drukkere muziek, kan het geen kwaad de volumeknop toch voldoende aan te draaien. ‘Closed’ beweegt zich dan weer in het rijk van aangestreken metaaldrones en filmische wondercreaties: een prent van mysterie en dromerigheid. Zo heeft elk van de vijf tracks op dit album, die variëren tussen acht en vijftien minuten, min of meer een eigen karakter. ‘Bow’ is misschien wel het minst uitgesproken met zijn langzame, slepende drone en nogal een doffe, donkere ondertoon. Het nummer laat zijn nuances vooral plaatsvinden in een diepe ondergrond van bassen en lage frequenties die lang nazinderen en het is daardoor allicht de track die toch om de meeste decibels smeekt.
Dit is een plaat met warme, pure ambient: geschikt voor wie in geluiden wil wegzinken, dromen en fantaseren. Vernieuwing moet hier in elk geval niet verwacht worden. Dit soort van minimale kunstwerkjes bestaat al veelvuldig en lange tijd (grijp enkel al maar eens terug naar het oeuvre van de twee heren), maar kwalitatief is het zeker wel. Enige minpuntje is dat de vijf muzikale bewegingen grotendeels in dezelfde sfeer blijven hangen, wat een welafgebakende, maar ook vrij monotone uitstraling geeft.