De foto op de hoes van 'Ultravisitor' presenteert elektronicafreak Tom Jenkinson als iemand die aan chronische insomnia lijdt. En zo klinkt de muziek op de plaat ook.
Opener en titeltrack 'Ultravisitor' is meteen één van de sterkste nummers die deze geschifte plaat te bieden heeft. Jenkinson bekleedt het nummer met een gordijn van ijle orgelklanken en etherische, elektronische klankverf. Deze hebben als effect dat het nummer gehuld gaat in een steriele, soms zelfs liturgische sfeer. Deze rust steekt schril af tegen een drum 'n' bassbeat die rondspringt alsof ie ADHD had. Vrees niet dat uw cd-speler blijft hangen in de helft van het nummer, het hoort zo! Jenkinson start 'I Fulcrum' met een donkere bassolo in mineur die een vette knipoog geeft naar de duistere groove van bassist Mike Henderson op Miles Davis' 'A Tribute to Jack Johnson'. Dan laat hij de gitaar, zwanger van vervreemdende effecten, de melodie overnemen. Een koude, jazzy akkoordenprogressie vloeit uit de boxen in een erg onregelmatig ritme. Deze grilligheid verwekt een zeer oncomfortabel, vervelend gevoel dat onderstreept wordt door een nu eens golvende dan weer brekende feedback die de achtergrond opvult. Wanneer deze dissonante feedback wegvalt, nemen de gitaareffecten de overhand op het "lyrische". Jenkinson creëert naar het einde toe een live-gevoel door zichzelf op een applaudisserend publiek te trakteren. 'Iambic 9 poetry' begint met een analoge drum als "hoofdmelodie". Door het drukke drumpatroon (er wordt voortdurend geroffeld en overvloedig gebruik gemaakt van het basdrumpedaal) voorrang te geven in de mix op een begeleidend bed van ascetische akkoorden, focust Jenkinson daar nadrukkelijk. Wanneer het orgelspel voorzichtig naar een climax wordt geleid, verschuift de nadruk echter door het overmatig gebruik van delay-effecten. 'Andrei' toont de gespletenheid en de hallucinaties van de insomnia helemaal; het is een erg kort, kalm klassiek stuk voor Spaanse gitaar. In contrast met het vorige en volgende nummer is dit lied een oase van rustig wegdoezelen. '50 cycles' volgt met een minuut "stilte" die bestaat uit één lange toon waarrond, nog stiller, jazzgitaarakkoorden dwarrelen. Dan breekt de hel los en verandert het nummer in onbeschaafde Sturm und Drang. Vanuit een nog net normaal te noemen hiphop live-drum en experimenteel computerneuken, gaat Jenkinson over naar gestresseerde gitaren, neurotische golven van een oscillator met een zenuwinzinking en gedefragmenteerde onverstaanbare vocalen. Deze hoop metalig lawaai wordt nog chaotischer door een kakofonie van elektronica. Het geheel valt het best te omschrijven als verscheurde hiphop, hectische computerwaanzin en dissonante jazz die allemaal door de shredder zijn gehaald. Het nummer is voortdurend in beweging en doorloopt zo'n vijftig verschillende cycli.
Squarepusher's nieuwe album zit vol koude, verwrongen klanken die toegepast worden op elementen uit free jazz. Deze combinatie veroorzaakt een leeg gevoel van vervreemding. Toch probeert Jenkinson met live-drum en gesampled applaus een menselijk aspect in zijn chaotische, droge woestenij te brengen. Vaak zitten de nummers eivol en zijn ze op het lelijke af. 'Ultravisitor' biedt een moeras aan van soundscapes waarin alle stijlen vertoeven, samengeperst tot een metalen klomp in een roestige schroothoop. Er moet serieuze moeite gedaan worden om ook een maar een beetje te kunnen luisteren naar 'Ultravisitor', maar opgelet: de zenuwen gaan er per definitie onder lijden.
Meer over Squarepusher
Verder bij Kwadratuur
Interessante links