Chicago, 1998. Tegen de achtergrond van deze Amerikaanse metropool ontvouwt zich een bloeiende hardcorescene. Onder de vele jonge muzikanten vertoeven zanger-gitarist Mark Rose en drummer J.D. Romero. Ze besluiten hun gezamenlijke liefde voor pop, indierock en hardcore van een muzikaal forum te voorzien en houden Spitalfield boven de doopvont. Honderdduizend verkochte albums en ettelijke personeelswissels later, kunnen de heren zich echter nog steeds niet uit hun Foo Fighters-keurslijf wringen.
'The Only Thing That Matters' is het identieke tweelingbroertje van 'Monkey Wrench'. Melodieuze gitaren in overdrive, maar geen Dave Grohl om zich de longen uit het lijf te schreeuwen. Vocaal moet de luisteraar het stellen met het teergevoelige stemgeluid van Rose, dat maar matig kan beklijven. Vooral tekstueel slaat de frontman de bal mis, met tenenkrommende lyrics als "I've been waiting / Everything is taking way too long / And I was wrong all along" in 'Secrets in Mirrors'. Doorheen het album brengt de gepolijste sound van Spitalfield meer van hetzelfde: gedistortioneerde gitaren in harmonie, stereotiep drumwerk en melancholische teksten. De energieke postpunk-ritmesectie in het refrein van de titeltrack betekent een zeldzame afwisseling voor de eenvormige emorock van het Amerikaanse kwartet. De veredelde ballads 'Hold On' en 'Novocaine' schakelen een versnelling lager en zijn ronduit vervelend. Het tomeloze enthousiasme is bewonderenswaardig, doch moet het bloedeloze 'Better Than Knowing Where You Are' met het schaamrood op de wangen de aftocht blazen.
Het ontbeert Spitalfield na ruim 8 jaar nog steeds aan een eigen geluid en dat is geen goed teken. Ze bestempelen als een schaamteloze rip-off zou hen oneer aandoen, maar 'Better Than Knowing Where You Are' is een herhalingsoefening waar we het warm noch koud van krijgen. Volgende keer beter, heren?
Meer over Spitalfield
Verder bij Kwadratuur
Interessante links