Toen cellist Tom Cora in 1998 de strijd tegen kanker verloor, was het kwartet Roof een van zijn twee aanvoerders kwijt. De overgebleven leden, waaronder mede-initiatiefnemer Luc Ex, gingen er echter mee door en trokken de Britse pianist Veryan Weston aan als vierde lid. Roof werd vervolgens omgedoopt tot 4Walls, dat nog twee platen uitbracht vooraleer de activiteiten werden stopgezet. Wie dacht dat er daarmee een einde kwam aan de samenwerking tussen Ex en Weston had het mis, want onlangs werd hun gezamenlijk project Sol6 boven de doopvont gehouden.
Luc Ex (eigenlijk Luc Klaasen) is natuurlijk bekend als bassist van The Ex, de legendarische Nederlandse punkband die hij enkele jaren geleden de rug toekeerde. Maar The Ex was natuurlijk veel meer dan punk alleen. Zin voor experiment, improvisatie en cross-overs met talloze genres gingen de groep na verloop van tijd typeren. Die eigenschappen, met het improvisatorisch karakter op de eerste plaats, verwierven binnen Roof en 4Walls een meer dominante plaats. Ook in Sol6 is dat het geval, maar deze keer wordt daar een saus moedwillige kakofonie overheen gegoten.
Die kakofonie slaat in de eerste plaats op het bijeengesprokkelde repertoire, waarin stevige improvisaties worden afgewisseld met gestructureerde composities van Ex en Weston, liederen van Charles Ives, flarden Satie en zelfs een popklassieker van Burt Bacharach (‘Close to You’). Een bonte verzameling met andere woorden, wat eveneens kan gezegd worden van de betrokken muzikanten. De seksen zijn in Sol6 evenredig vertegenwoordigd (drie mannen en evenveel vrouwen dus) en het instrumentarium bestaat naast piano en bas voorts uit altviool (Mandy Drummond), cello (Hannah Marshall), saxofoon (Ingrid Laubrock) en drums (Tony Buck). Een hoogst originele bezetting, dat staat vast, maar heeft de groep ook originele muziek in de aanbieding?
Daar kan zonder twijfel bevestigend op worden geantwoord en daarbovenop beschikt Sol6 ook nog eens over een uniek groepsgeluid. De ongewone instrumentcombinatie die voor aparte kleuren zorgt is daar niet vreemd aan, maar ook het regelmatig terugkerend gebruik van vocals draagt daartoe bij. Weston, Drummond en Marshall nemen op verschillende tracks zangpartijen voor hun rekening. Dat gaat van mysterieus (‘Sick Eagle’) of zeemzoet (‘Close To You’) tot bijna cabaret in het lichtvoetige ‘Chanson Hollandaise’.
Het handjevol eigen composities zorgt dan weer voor de nodige stroomversnellingen in de plaat. Hoewel de muziek vaak druk en soms zelfs rommelig overkomt – het gaat hier om een vrij ruwe live-opname – worden deze stukken toch duidelijk ritmisch voortgestuwd. In ‘And the World Might B-flat After All’ en ‘Autistic African Samba’ zijn de meest bevlogen momenten van Sol6 te horen met tegen de stroom in zwemmende pianoakkoorden, scherpe ritmes en regelmatig ook enkele flitsen van de Zwitserse Ingrid Laubrock op tenorsax. Wanneer de muziek uit de bocht dreigt te vliegen houden korte duo-partijen van altviool en cello de boel in bedwang.
Meer dan de helft van de zeventien tracks zijn improvisaties en geen twee daarvan zijn met elkaar te vergelijken. Levendige interacties van de musici onderling, woeste instrumentale uitbarstingen, een opeenstapeling van percussieve klanken of een trillende soundscape, het zestal weet steeds te verrassen. ‘Miniature 1’ (met de heerlijk kletsende bas van Ex) en het hevige ‘Leg Room in the 1st Class’ maken van alle improvisaties het meest indruk, hoewel dat voor elke luisteraar wel anders zal zijn.
Het is een enorm gamma aan geuren en kleuren dat Sol6 op zijn eerste plaat weet aan te bieden. Daarom ook dat één enkele luisterbeurt zeker niet genoeg is om het allemaal te kunnen overzien, daarvoor gebeurt er gewoon te veel. Het gehoor wordt onophoudelijk geprikkeld en de muziek slabakt slechts op een zeldzaam moment. Zij die van avontuurlijke jazz- en improvisatiemuziek houden weten wat hen te doen staat.
Meer over Sol6
Verder bij Kwadratuur
Interessante links