Als er een Walhalla voor muzikanten bestaat, dan is dat ongetwijfeld de lotsbestemming van de leden van deze avant-garde-supergroep. Slugfield wordt gevormd door drie afgoden uit de Noorse improvisatie- en noise-wereld: drummer Paal Nilssen-Love (mitrailleur van dienst), lawaaikoning Lasse Marhaug (op draaitafel en elektronica) en vocaliste Maja Ratkje, bekend van haar genadeloze soloperformances en stichtend lid van het elektro-akoestische improvisatiekwartet Spunk. Met ‘Slime Zone’ ontketenen de drie een muzikale tempeest waar minder ervaren oren best met mate aan worden blootgesteld.
Net zoals de albumtitel een zekere ranzigheid uitstraalt, is ook de muziek er schijnbaar op gericht om de luisteraar uit zijn tent te lokken. Slugfield zoekt de confrontatie op en vindt die ook. Gedurende een uur gutst een dikke lawaaierige blubber uit de speakers, waarin de individuele elementen nog wel te herkennen zijn, maar dat in zijn totaliteit neerkomt op pure noise. Feedback, bleeps, ruis, gekraak en een hoop niet te definiëren geluid schuiven als op een glijbaan voorbij. Deze elementen worden aangevuld met de vuil ingemixte drums van Nilssen-Love en enkele vocale gruwelpartijen van Ratkje. Al bij al een voorspelbaar resultaat qua vorm, maar niet zozeer qua inhoud.
Het trio slaagt er op ‘Slime Zone’ in zich te verplaatsen binnen een spectrum aan sferen. Weinig aan de verbeelding overlatende horrortaferelen - Ratkje zou in Japan geld kunnen verdienen met haar gegorgel en gekrijs - worden afgewisseld met steriele passages vol drones en gezoem of zelfs komische sequenties met cartoongeluiden. Er zijn ook windstille momenten, maar ook dan staan de zenuwen strak gespannen omdat op de achtergrond telkens iets bizars aan de gang is dat binnen de kortste keren als een puist openbarst. Het trio geeft de luisteraar op die manier steeds het gevoel dat er iets op komst en stelt diens geduld daarmee regelmatig op de proef.
Gelukkig is er nog Nilssen-Love, die de door Marhaug en Ratkje in gang gezette vuurtjes met zijn energetische stijl enerzijds weet aan te wakkeren, maar ook onder controle houdt. Zijn (opzettelijk?) gemolesteerde basdrumklank scheurt de rest van het geluid open en nestelt zich er middenin, waardoor de drummer tijdens explosieve momenten de dynamische leidraad in de muzikale ontwikkeling wordt.
Al bij al worden de verwachtingen door Slugfield ingelost. Het trio levert de kwaliteit af die van hen kon worden verwacht. Alleen jammer dat de synergie van drie muzikanten met zo’n uitzonderlijk cv slechts zelden waarheid wordt. En laat dat nu net hetgene zijn waar de meesten op zullen zitten wachten.