Geen gemakkelijke plaat, deze 'Starflowers' van de Noorse Sinikka Langeland (°1961). Langeland bespeelt de kantele (een Finse variant van de citer), zingt of declameert daarbij, en laat zich begeleiden door een jazzkwartet met trompet, saxofoon, contrabas en percussie. De meeste van de dertien nummers zijn melodische excursies rondom gedichten van landgenoot Hans Børli, een man die in zijn leven (1918-1989) de kost verdiende als houthakker. Zoals alle cd's van het Duitse jazzlabel ECM, is ook 'Starflowers' voorzien van een (op typografisch vlak) onberispelijk tekstboekje, waarin Børli's poëzie zij aan zij staat met een Engelse vertaling.
Een houthakker werkt niet enkel in de natuur, hij werkt vooral met de natuur. Veelal wordt zijn activiteit gepercipieerd als een vorm van exploitatie of verminking van diezelfde natuur, maar dat is slechts één manier van kijken – die bovendien niet altijd juist is. De houthakker staat nooit zomaar in een meesterpositie tegenover de boom die hij velt. Er is veeleer een gelijkwaardigheid tussen beide: de natuur geeft weliswaar zijn rijkdom prijs, maar enkel als het werk vakkundig wordt uitgevoerd – anders kan een vallende boom het leven van de houthakker wegnemen. Ideaal gezien is de laatste zich bewust van deze wederkerigheidsrelatie. De natuur is geen "moeder" die onvoorwaardelijk geeft, en de metafoor van de – potentieel levensbedreigende – vallende boom kan ook worden toegepast op het probleem van de global warming: als de mens zich te buiten gaat aan ondoordachte vervuiling en overexploitatie van natuurbronnen, krijgt hij daar vroeg of laat de rekening voor gepresenteerd. Børli's gedichten ademen een diep besef van de noodzakelijke wederkerigheid tussen natuur en mens. De natuur wordt een medespeler in het universum, waarmee de dichter een dialoog aangaat, zoals in 'Har du lyttet til elvene om natte'. Vertaald klinkt het daar: "Heb je naar de rivieren in de nacht geluisterd? / Ze spreken over andere dingen. /.../ Dingen die thuisloos zijn overdag, dingen die Nooit zijn en zonder woorden. / Als je lang naar de rivieren in de nacht luistert, / luister lang, / is het op het einde alsof je ziel mysterieus zijn toekomst herinnert."
Mooie teksten, maar niet altijd even toegankelijk – en dat geldt ook voor de muziek. Langeland wisselt zangpassages af met improvisatorisch gekleurde parlando's, wat het moeilijk maakt om een duidelijk thema of melodielijn te herkennen in de songs – soms is er ook helemaal geen thema (zoals o.a. op 'Saltstein'). De klankkleur van de blazers neigt dan weer wat te veel naar een afgevlakte softjazzsfeer, wat jammer is, want Langelands kantele-spel is wel degelijk vernieuwend en indrukwekkend. 'Høstnatt på fjellskogen' voert ze bijvoorbeeld solo uit, met enkel de stille drone van een sax op de achtergrond. Opmerkelijk zijn Langelands "glijdende" kantele-noten, waardoor het lijkt alsof de afspeelsnelheid van het nummer wat zwalpt: "consonant" en "dissonant" verliezen daardoor elke vaste betekenis.
Sterk is ook 'Sølv', een repetitief, mysterieus melodietje van de kantele waarop de contrabas soleert. Het nummer dooft uit als een nachtkaars na drie minuten, maar wordt enkele tracks verder herhaald als een bis ('Støv') en de melodie duikt ook opnieuw op in 'Stjernestund'. Dit door Langeland geweven web van wederkerende melodieën is een welkome afwisseling bij de grillige melodielijnen die in de meeste nummers van haar plaat de dienst uitmaken.
Alles welbeschouwd, hangt er rond 'Starflowers' een aura van lichte ondoorgrondbaarheid, waardoor veel nummers wat onderkoeld overkomen. Sinikka Langeland heeft geen plaat met sterbloemen gemaakt, maar een met ijsbloempjes. Dat is geen negatief slotoordeel – deze plaat is het beluisteren immers zeker waard.
Meer over Sinikka Langeland
Verder bij Kwadratuur
Interessante links