Wie zegt dat Simon Nabatov een geweldig pianist is, doet de man onrecht aan! Zeker, hij bezit een fenomenale techniek en combineert de fijnheid van een heldere aanslag, de kracht van akkoordexplosies en de snelheid van eindeloos doorratelende perpetuum mobile-notenslingers. Wat hem echter nog meer kenmerkt, is zijn gave om vanuit de verschillende tradities die hij opgezogen heeft, met een totaal eigen verhaal te komen. Wie dit als pianist solo doet, zal snel met Keith Jarrett en Cecil Taylor vergeleken worden. Gesitueerd op de schaal tussen deze twee inconen staat Nabatov meer naar de kant van Taylor: hij klinkt merkelijk rijker en vindingrijker dan Jarrett, maar tot het kruipen over en meppen op de piano zoals Taylor komt hij niet.
Op 'Perpetuum Immobile' toont Nabatov zich eerder als een geniale improvisator dan als een jazzpianist pur sang. Er mag dan af en toe aardig wat swing opduiken, de grote inspiratiebron voor deze cd is toch duidelijk de klassieke muziek. Polyfone passages waarbij de twee handen een eigen koers varen, en het verwerken van het basismateriaal zijn daarvan een duidelijk bewijs, naast overduidelijke verwijzingen naar zacht impressionisme, de klassieke pianoliteratuur en bovenal het buitenaardse en het bovenmenselijke van de muziek van Ligeti. De genialiteit van Nabatov schuilt er nu in dat hij zich niet tevreden stelt met collages. Zonder uitzondering moeten alle invloeden in zijn eigen muzikaal kader passen, waardoor ze alleen opduiken omdat zijn muziek op dat moment juist daar passeert. Zo wordt de muziek nooit namaakklassiek of would be-modernisme, maar blijft die 100% Nabatov. Dit heeft bovendien tot gevolg dat alle tracks op deze cd gemakkelijk te volgen blijven omwille van het doordacht verloop ervan. 'Chordal' vertrekt zo van een koraal van zachte akkoorden die evenveel hebben van het mystieke van Messiaen als van jazzharmonie. Geleidelijk aan komt er in deze statische akkoorden ritmische beweging, waarna de dynamische contrasten worden opgevoerd. In een laatste stap worden de akkoorden dan dissonanter en korter alvorens ze zacht worden neergelegd.
Naast een uitgekiende opbouw krijgt elk stuk een eigen rode draad of inhoud mee dat dient als vertrek- en als referentiepunt voor de hele track. Concreet kan dit een lichte swingritmiek of het spelen met boventonen (klanken die niet expliciet gespeeld worden, maar ontstaan omdat bepaalde andere noten samen gespeeld worden) zijn. 'What Motion' legt het duidelijkst de klassieke wortels van Nabatov bloot met referenties naar en zelfs citaten uit de klassieke pianoliteratuur. 'Flow Cart' en 'One-Handed Bandit' (alleen met de rechterhand) zijn dan weer de extreemste voorbeelden van het eindeloos doorratelend perpetuum mobile-effect, waarbij al te snel vergeten zal worden dat er hier echt wel menselijke vingers aan het werk zijn.
Wanneer de muziek atonaler wordt, lijnen door elkaar gaan lopen, korte melodietjes neerdwarrelen of akkoorden in grote contrasten en snel na elkaar binnenvallen, is de invloed van Ligeti's muziek het meest merkbaar. 'Polymorphous Perverse' en 'U-Trillo' worden zo stukken waarin de grens tussen improvisatie en compositie helemaal vervaagt: tegelijk spontaan en uitgewerkt zoals alleen de allergrootsten dat doen. Wereldklasse.
Meer over Simon Nabatov
Verder bij Kwadratuur
Interessante links