Als de muziek van Sex Mob geluid geworden ontucht is, dan is de cd 'Dime Grind Palace' een bordeel: vies, vettig, soms plat maar vooral onweerstaanbaar en opwindend. In tegenstelling tot de vorige albums staan er op 'Dime Grind Palace' hoofdzakelijk originele composities van leider Steven Bernstein. Hier dus geen Nirvana, James Bond of Abba meer, maar het onkuise geluid van de band blijft gelukkig ongewijzigd. Ongegeneerd loeien en janken de altsax van Briggan Krauss en de schuiftrompet (geen trombone!) van Bernstein de nummers vol waarbij deze twee instrumenten opvallend goed mengen. Het gebruik van de schuiftrompet is voor Bernstein trouwens duidelijk geen gimmick. Zijn kleine glissandi geven de muziek een opmerkelijke subtiliteit mee en de agressie waarmee hij soms tekeer gaat, doet zijn instrument met name in 'Mothra' klinken als een elektrische gitaar: meerbepaald als freakend exemplaar met een lekkere portie distortion. De soms speels platte drumpartijen, de eenvoudige en goed werkende basriffs en de elementaire solo's ronden het onzedige klankpallet af.
Dat de cd op drie dagen ingeblikt werd (zonder dat de muzikanten op voorhand wisten wat er opgenomen ging worden) valt te horen aan de arrangementen: eenvoudig maar effectief kwakken Sex Mob en een trits gasten het geluid uit de speakers. Sommige nummers baden daarbij in een loom, traag bluesgeluid waarbij de wereld in slow motion lijkt verder te draaien. In de titeltrack wordt dit sfeertje het duidelijkst wanneer het orgel van Peter Apfelbaum, de elektrische piano van Brian Mitchell en de gitaar van David Tronzo er bij gesleurd worden. Jazz is duidelijker te horen in 'Artie Shaw', waar de korte en nerveuze trekjes sterk richting bebop verwijzen, zeker wanneer er een swingende drum en een denderende walking bass onder geschoven worden. De solo's van Bernstein en Krauss maken hier overigens meer dan duidelijk dat bij deze heren melodie volledig ondergeschikt is aan geluid. 'Conk Buster' is van dezelfde orde, al geven orgel en elektrische piano het nummer een extatische Blues Brothers apotheose. Een van de meest opvallende tracks is 'Norbert's Weiner' dat zweeft tussen een New Orleans (doden)mars, joodse Klezmer en een Balkanwals. De georkestreerde ontsporing met vreemde arrangementen en samenklanken is overigens het enige moment op de cd waar het voor de luisteraar echt even oppassen is om niet uit de maat te headbangen.
De cd eindigt zoals die begon: met een heerlijk rommelige mars. Of niet helemaal, want als verborgen track staat er nog een bewerking op van Johann Strauss' bekende wals 'An der Schönen Blauen Donau'. Traag en zwalpend komt het thema binnen, als was het te gast op een volksfeest. Naar het einde toe gaat Krauss echter serieus doorjanken en wordt het tempo uitdagend opgedreven. De cd is dan afgelopen, maar de orgie terug begonnen.
Meer over Sex Mob
Verder bij Kwadratuur
Interessante links