Rachmaninov staat niet meteen bekend als operacomponist maar toch heeft deze Rus er drie – korte – geschreven: twee op libretti naar Pushkin en één op tekst van Tchaikovski's broer Modest. Neeme Järvi heeft een groep (voornamelijk) Russische zangers om zich verzameld om deze drie werken op cd te zetten.
De eerste van de drie opera's is 'Aleko', die de componist schreef toen hij nog maar 19 was. Het verhaal speelt zich af tegen het decor van een zigeunerkamp en Rachmaninov doet dan ook zijn best om een (erg 19de eeuwse) exotische sfeer de creëren. Verscheidene nummers, zoals het intermezzo voor de finale, zijn op rijkelijke manier georkestreerd, met glissandi in de harp, en de twee zigeunerdansen uit het werk lijken zo uit de volksmuziek genomen te zijn. Hoewel de opera mindere momenten bevat (zo lijken net wat te veel delen in dezelfde geest te zijn geschreven en georkestreerd) komen er ook heel originele en mooie stukken voor, zoals daar zijn: de inleiding of het duet tussen Aleko en Zemfira ('Stariy muz, grozniy muz'). Het Russische karakter van de muziek komt niet in de laatste plaats naar boven in de zangpartijen zelf. De cast zingt over het algemeen erg krachtig maar zeer donker en zwaar. Sergei Leiferkus, die Aleko en, in Francesca da Rimini, Lanceotto speelt, zingt wel goed en zijn stem draagt ver, maar heeft een dik stemgeluid. Ook Maria Gulghina kan aardig wat kracht en vibrato achter haar stem zetten, maar delicatesse ontbreekt bij momenten wel wat. Ilya Levinsky zingt meer intimistisch maar zijn geluid lijkt dan weer van veel verder te komen. Een echt delicaat stemgeluid vindt de luisteraar eigenlijk alleen terug bij Anne Sofie von Otter, die hier in 'Aleko' een kleinere rol vertolkt.
Terwijl deze eerste opera een jeugdwerk was en wat klassiek-romantisch, zijn de twee andere opera's duidelijk beïnvloed door Wagner. Hier is geen spoor van de stijl van, bijvoorbeeld, de pianoconcerti terug te vinden: elke melodielijn uit 'The Miserly Knight' lijkt uit Wagners Ring te komen. Er is de manier waarop de stem als orkestinstrument gebruikt wordt, het overvloedige koper waarmee Rachmaninov het orkest ondersteunt en de 'leitmotiven' om bepaalde personen, voorwerpen en situaties muzikaal uit te beelden. Zo begeleidt een weke, verraderlijke althobo Ian Caley, die een doorgetrapte woekeraar speelt, en het is dan wel wat jammer dat de zanger zelf minder opgaat in zijn rol als onderkruiper en even heroïsch zingt als Sergei Larin, die het hoofdpersonage speelt. Maar het is de baron die schittert in deze opera, wanneer hij het hele middendeel van de opera voor zijn rekening neemt in één lange, gezongen monoloog. En ook als Virgilius in 'Francesca da Rimini' heeft hij een streepje voor op zijn collega's, door de stevige helderheid waarmee hij zijn partij zingt.
Deze drie cd's bieden opnames van werken die niet direct terug te vinden zijn. De kwaliteit is over het algemeen goed maar niet uitzonderlijk: de zangers zingen bijna allemaal zeer krachtig en heroïsch wat in de twee 'Wagneriaanse' operas wat meer op zijn plaats is dan in 'Aleko'. Maar toch wat spijtig dat je voor wat meer delicaatheid vaak alleen bij het orkest terecht kunt.

Meer over Sergei Rachmaninov


Verder bij Kwadratuur
  • Helaas geen extra info meer.

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.