Achter de toetsen van Tomàn zit Senne Guns al ettelijke jaren verscholen. Of hij daar het idee opdeed om het solo te proberen is niet helemaal duidelijk, toch leren de harde feiten dat hij in 2009 plots in de schijnwerpers trad door middel van een tweede plaats in de Nekka Wedstrijd. Na een goed jaar pennen en knutselen komt hij nu op de proppen met zijn debuutalbum ‘Hoera Voor De Eleboe’. Deze plaat is tevens de eerste worp die in de winkel van de Ziel Platenmaatschappij verschijnt, het Nederlandstalige broertje van Zeal Records.
Senne Guns, die eerder muziekproductie studeerde aan het conservatorium, is geen eenmansproject. Hij stond dan wel in voor de aanvoering van de muziek en teksten (+ toetsen en zang), achter zich heeft hij een vaste band. Zo verzorgt Laurens Billiet drums, Simon Casier bas (ook bij Balthazar) en Bruno Ravelingien gitaar. Wouter Vlaeminck, zijn collega bij Tomàn, nam naast synths en gitaar ook een deel van de productie voor zijn rekening.
Heel bizar is het begin van ‘Hoera Voor de Eleboe’. Opener ‘De Goudvis’ lijkt als twee druppels water op ‘Afscheid Van Een Vriend’ van Clouseau. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat deze vis gelukkig in een aangenaam alternatief plasje is gedrenkt. Een wereld van verschil wordt vervolgens binnengetreden tijdens het titelnummer. Dit is absurde rock doorspekt van vreemde klanken, met een knipoog naar iemand als Kapitein Winokio of evengoed Frank Zappa en volgestouwd met woordspelingen en vreemde tekstflarden (“De eieren zijn te hard gekookt / De winters worden zachter” en “Roodkapje is weer verdwaald in het hol van een bos / Wachter”). En wat is die eleboe nu eigenlijk? Voor een verklaring zouden Guns dromen moeten worden doorgezocht. Hij droomde namelijk ooit van een monster dat hijzelf eleboe doopte en dat dus onderwerp werd van een lied én een album...
‘Studio Carrousel’ is vervolgens een intermezzo dat ‘Le Lac Du Connemara’ lijkt dat door de postrockmolen is gehaald. Meer dan een brug naar het ingetogen liefdeslied ‘Helder’ is het niet. Dit laatste wordt gekenmerkt door een mooi uitgebouwd arrangement dat ergens tussen breekbare soberheid en indierockende sympathie in zit.
Daarna kan er verder gehinkt worden richting ‘Zovele Mooie Vrouwen’, een nummer met een Bowie-achtige hapering – zoals hij het in (ch-ch-ch-) ‘Changes’ deed – die evenzeer de geest van Raymond Van Het Groenewoud in zich draagt. De relevante referenties kunnen verder gezet worden in het haast melancholische ‘De Dag Walst’, dat zowel qua tekst als op basis van de knutselvlijt zo van Spinvis’ hand zou kunnen zijn. Een goedkope kopie is dit evenwel niet, veeleer een ode. Hetzelfde kan min of meer gezegd worden van ‘De Nagelstudio’, alleen moet de Nederlander hier vervangen worden door Ben Folds.
Eindigen doet het album met ‘In Milaan’, een nummer dat zich vooral onderscheidt door zijn grote hoeveelheid rockend speelplezier. Eens de skip-toets de luisteraar ten slotte bij het prachtige ‘Blijven Dansen’ (met duistere elektronica) heeft gebracht, kan deze op een dromerige manier, maar tevens met stil verdriet afscheid nemen van Senne Guns.
Wat vooral opvalt, is dat Senne Guns op ‘Hoera Voor De Eleboe’ eigenzinnig doet waarin hij zin heeft. Zo zoekt hij niet waar het grote publiek op zit te wachten, wel laat hij horen waar hij zelf plezier mee heeft. Bovendien toont hij op die manier een mooie portie creativiteit en muzikale klasse (een pluim voor de ganse band). Wel moet eerlijk worden gezegd dat het enthousiasme het niet altijd haalt van de intrigeringsgraad. Toch betekent dit debuut opnieuw een opvulling van een leemte in de Nederlandstalige popmuziek, dus hoera voor de eleboe!!