Noise? Industrial? Indierock? Konono No. 1? Sunn O)))? Vrije improvisatie? Of waarom niet al het voornoemde. Zuinig zijn de vijf dames van het Deense Selvhenter niet: niet met invloeden, noch met decibels. Hun debuut-cd ‘Frk. B. Fricka’ is een explosief schijfje waarop niets is wat het lijkt en niets lijkt wat het is.
Een van de redenen daarvoor is de genadeloze vervorming waaraan de klanken van viool, trombone en saxofoon (op herkenbare momenten de “melodie-instrumenten” van de band) onderworpen worden. Meer dan eens transformeren ze in drammende gitaren en bassen, waarbij de klank van het originele instrument onherkenbaar wordt. Bovendien wordt alles meer dan eens in een ontzaglijke muur van noise geperst, waardoor de luisteraar steevast helemaal de weg kwijtspeelt, duidelijk tot groot jolijt van de dames.
Om toch enige houvast te bieden, spelen er onder de blazers en de strijker ook twee drummers mee: soms perfect gelijk hakkend, dan weer haaks op elkaar. Ook in deze lagen geven de muzikanten van Selvhenter de luisteraar dus geen cadeaus.
Het knappe aan het album is echter dat de groep alle freaky elementen op een uitgesproken muzikale manier aanwendt. Zo wordt in ‘Dødsjazz’ de gemakkelijke macho-oplossing van de pure brutaliteit vermeden door het drone-achtige geluid steeds van kleur te laten veranderen en later door de muur van noise heel gelaagd op te bouwen, een effect dat ook ‘Hajskindshabit’ ver boven het eendimensionale uittilt. De groep doet echter geen water bij de wijn: de frontale impact van het geluid wordt er immers niet minder op.
Nog verder gaat de ontwikkeling bij de nummers waar de muzikanten expliciet met de muzikale architectuur spelen. In ‘Solkat’ zijn de verschillende instrumenten perfect herkenbaar, want akoestisch te horen in aan elkaar schatplichtige lijntjes die net niet hetzelfde zijn. Zo ontstaat een repetitieve polyfonie waarin de verschillende melodietjes steeds op een andere manier tegenover elkaar komen te staan.
Een gelijkaardige bewuste omgang met het muzikale materiaal is te horen in het titelnummer. Een roterende melodie lijkt gestaag en koppig door te lopen, maar verandert daarbij wel geregeld van lengte. Een soortgelijke verschuiving ten opzichte van het schijnbaar constante is te horen in de drumpartijen die aanvankelijk perfect parallel klinken, om daarna uit elkaar te drijven en elkaar vervolgens weer op te zoeken.
Het resultaat van de ambitie en de directheid van de muziek van Selvhenter is een cd die het geluid van stoombootkerkhoven koppelt aan gemillimeterd precisiewerk, dronemetal aan Afrikaanse ritmes en vrije improvisatie aan uitgedachte composities. Een indrukwekkend album dat maar niet kan kiezen tussen de hokjes waar het eigenlijk ook niet echt in wil passen.