Het protestantisme kent in haar religieuze muziek geen vaste begrafenisritus zoals de Katholieke kerk maar dat heeft componisten niet verhinderd om treurmuziek te schrijven op Bijbelse teksten. Het ‘Ein Deutsches Requiem’ van Johannes Brahms is een goed voorbeeld, net zoals de ‘Musikalische Exequien’ van Heinrich Schütz. Schütz componeerde in opdracht van Heinrich Posthumus Graf von Reuss, een heerser die zijn eigen stad Gera in Thuringen op handig diplomatische wijze uit de dertigjarige oorlog kon houden. Hij had dus wel wat geld over om zijn eigen begrafenis met pracht en praal te organiseren. Voor de gelegenheid werd Schütz opgedragen teksten op muziek te zetten die door de diepreligieuze Reuss voornamelijk uit het Nieuwe Testament geselecteerd werden.
De ‘Musikalische Exequien’ zijn niet de enige begrafenismuziek die Schütz componeerde. Om de huidige verzameling af te sluiten zong het ensemble Vox Luminis vier andere motetten in: twee zettingen van ‘Herr, nun lässest du deinem Diener in Friede fahren’, SWV 432 en 433, ‘Ich bin die Auferstehung und das Leben’, SWV 464 en ‘Das ist je gewisslich wahr’, SWV 277. Een orgelprelude van Samuel Scheidt en een koraal van Martin Luther ronden de cd af.
De ernstige natuur van deze motetten laat zich horen in de uitvoering door Vox Luminis, die een voorliefde toont voor redelijk trage tempi. Zo schrijdt deze muziek voort met een waardigheid en een afgemetenheid waarbij elke maat met voorbedachte precisie neergezet wordt. Bij mindere muziekstukken zou dat eentonig beginnen te worden maar Schütz’ muziek is aantrekkelijk en gevarieerd genoeg om die val te ontwijken en de acht zangers van Vox Luminis beschikken over een palet dat kleurrijk en genuanceerd is.
Niet elke van de acht stemmen van het ensemble klinkt even egaal en sommige koorpartijen schieten er uit met een net wat scherpere of penetrantere klank dan anderen. Dat hoeft niet noodzakelijk een nadeel te zijn: het laat toe om elke koorstem en dus Schütz’ weefsel van door elkaar lopende stemmen gemakkelijk te onderscheiden. Schütz’ muziek is niet geweldig hoog of zelfs virtuoos geschreven (in tegenstelling tot bijvoorbeeld die van Monteverdi) maar wanneer de twee bassen van Vox Luminis hun laagste noten mogen laten weerklinken, wint het hele ensemble een diepgang die het doorgaans niet heeft.
Het motet ‘Das ist je gewisslich wahr’ schreef Schütz voor de vroegtijdige dood van collega-componist Johann Hermann Schein (1586-1630). Muziek van Schein werd niet mee op de cd gezet maar een orgelprelude van zijn en Schütz’ tijdgenoot Samuel Scheidt (1587-1654) wel. Het indrukwekkende ‘Wir glauben all in einen Gott’ werd al tien jaar geleden opgenomen met Bernard Foucrouille achter het orgel van de Leffeabdij. Met zijn scherpe maar briljante klank en registerkeuze benadert het instrument het idioom van een verdragend, lichtjes snijdend Duits barok kerkorgel.
Ook in de begeleiding van de motetten mag het orgel (dit keer niet gespeeld door Bernard Foucrouille maar door Masato Suzuki) zich positief onderscheiden, met een begeleiding die op de zang gekleefd lijkt en trouw de uitspraak en alle nuances van de zang volgt. De sobere instrumentale begeleiding onderstreept het rouwende en introverte karakter van deze stukken. Het past bij de langzame en nadenkende manier waarop Vox Luminis hier zingt, een manier die al te veel virtuositeit schuwt maar deze religieuze muziek eerlijk en op mensenmaat naar de luisteraar overbrengt.