Jackie McLean, Maynard Ferguson, Frank Foster en Julian Priester: allemaal namen ze in hun carrière een live-album op in de legendarische (dat mogen we ondertussen wel zeggen) jazzclub Hnita in Heist-op-den-Berg. Tot dat select clubje mag nu ook Samuel Blaser toetreden. 31-jarige Zwitserse trombonist kampeerde eind 2011 twee dagen in deze tot een kleine concertzaal omgebouwde hoeve en creëerde daar met zijn kwartet de inhoud van het gloednieuwe ‘As The Sea’.
Het is meteen Blasers tweede plaat voor het befaamde HatHut-label en reeds de vierde voor zijn internationale kwartet, dat nu al enkele jaren bestaat uit Marc Ducret op gitaar, Bänz Oester op contrabas en de Amerikaanse drummer Gerald Cleaver. Improvisatie was altijd al de voertaal binnen deze band en ook op ‘As The Sea’ komt de muziek grotendeels spontaan tot stand. Los in de lucht hangende partijen die op bepaalde momenten gaan samenklitten en terug uit elkaar vallen, lange grooves met muzikanten die elkaar op de hielen zitten en uitdagen: zowat alles aan deze plaat ademt vrijheid. Toch blijven deze elementen steeds met een klein haakje vasthangen aan het compositorische raamwerk, dat de ruggengraat vormt in elk van de vier tracks.
Dat raamwerk werd klaarblijkelijk met heel uiteenlopende dingen in elkaar getimmerd. Zo verklaart Blaser in een interview op de flap van de cd-hoes dat hij zich voor het magistrale openingsdeel baseerde op een tubasolo uit Richard Wagners ‘Siegfried’. Net zoals die opera uit de Ring-cyclus stelt ‘Part I’ de luisteraar op de proef door de muzikale intensiteit gedurende lange tijd (in dit geval twintig minuten) vol te houden. Het stuk komt nochtans traag op gang met een krakende puls van de ritmesectie en een heleboel gruwelijke, lage dempereffecten van Blaser die de indruk wekken dat een monsterlijke machine na jaren van stilstand opnieuw op gang wordt getrokken.
Zulke lange stukken typeren het repertoire van het Samuel Blaser Quartet want de trombonist houdt ervan om met deze band een coherent verhaal te vertellen. Concerten van het ensemble zijn dan ook vaak onafgebroken sets met een golvende dynamiek. Voor deze plaat werd evenwel een selectie gemaakt uit het beste van de twee concertavonden in Hnita, waardoor ‘As The Sea’ (net zoals voorganger ‘Boundless’) een vierdelige suite is geworden met stukken van tussen de tien en twintig minuten.
De typische sound van het kwartet, met de bezwerende tandem van bas en drums en de eindeloze vlecht van gitaar en trombone, drukt in elk deel zijn stempel. Cleaver en Oester zijn alweer voortreffelijk in het impliciet aanduiden van tempo of puls, met de bassist in een nadrukkelijke hoofdrol in het tweede en heftige laatste deel. In het afsluitende stuk vatten Ducrets vingers bijna vuur tijdens een waanzinnige solo, die de gitarist afwerkt in zijn herkenbare buitenaardse stijl vol onverwachte intervals en manipulaties van de zuivere toon. Daartussen zorgen de talloze ensemblepassages voor hoogstaande momenten: lange melodielijnen of thema’s (met daarin af en toe zelfs veeleisende tempowijzigingen), collectieve improvisaties, ideetjes die worden rondgekaatst en nog zoveel meer. Het kwartet is voortdurend in the zone.
Voor Blaser zelf geldt dat des te meer. De trombonist schiet als een raket naar de top en zet met ‘As The Sea’ de concurrentie wat verder onder druk. Als die de moed ondertussen al niet verloren hebben natuurlijk.