Momenteel woont en leeft hij in België, maar van origine is Sam Vloemans afkomstig uit Curaçao, het eiland in Midden-Amerika. Uit zijn geboorteland bracht Vloemans een voorliefde mee voor Zuiderse, zwoele ritmes en salsa en latin jazz zijn dan ook nooit ver weg op zijn laatste worp 'Otrabanda'. De trompettist flirt echter ook gretig met funk en kan zijn band qua improvisatie helemaal rock 'n' roll laten klinken, om later terug met relatief brave, feestelijke deuntjes op de proppen te komen. 'Otrabanda' is zeker een plaat van contrasten en dat heeft Vloemans naar het publiek toe willen uitspelen: het album moet een rit zijn, een verhaal in een eigengereide muzikale taal waarin zowel ruimte is voor melancholie als voor grote levensvreugde. Men moet het Vloemans nageven dat hij inderdaad zwierig tussen verschillende stemmingen over en weer kan zappen, maar dat maakt van 'Otrabanda' nog geen meesterlijke plaat. Daarvoor is ze immers te voorspelbaar.
Een risicoloos parcours afleggen is weliswaar een bewuste keuze waarvoor men respect dient te hebben. 'Otrabanda' afrekenen op ambities die de plaat niet heeft, zou van slechte kritische smaak getuigen. Het is echter wel zo dat een album verondersteld wordt keer op keer te boeien, en daar wringt het schoentje voor wat 'Otrabanda' betreft: de plaat is uitstekend geproduceerd en alle geluidjes zitten op hun plaats, maar wie er eenmaal in slaagt om onder het oppervlak te kijken, hoort te veel herkenbare structuren terugkeren. 'Otrabanda' bevat nochtans pareltjes, zoals het fluisterende slotnummer 'La Walse Nocturne', en met de resem uitstekende muzikanten om zich heen weet Vloemans daadwerkelijk de boel af en toe serieus op stelten te zetten. Toetsenist Mike Roelofs, hier onder andere te horen op Rhodes en op Hammond, kan schitterend overweg met het funky geluid dat Vloemans voor ogen heeft, resulterend in een aantal bevlogen solo's. Bij de gastmuzikanten vallen dan weer Tutu Puoane (zang) en Geert Hellings (lapsteel) in positieve zin op. Vloemans maakt overigens goed gebruik van zijn team, door kleine koorpassages en handengeklap doorheen zijn galante geluid te weven. Ook dat is niet nieuw, maar het werkt allemaal bijzonder aanstekelijk.
Het voornaamste probleem ligt hem juist in de verschillende invloeden, die heel duidelijk afzonderlijk hoorbaar blijven in het filmische geluid dat 'Otrabanda' als album uitdraagt. De funk is voorspelbaar, de latin-invloeden al evenzeer en puur qua jazzoriëntatie maakt Vloemans te gretig keuzes naar de smaak van het grote (leken)publiek. 'Otrabanda' speelt simpelweg op veilig en daagt de luisteraar niet uit, noch kan Vloemans de liefhebber genoeg ontroeren. De composities en arrangementen voor de band liggen eveneens te veel voor de hand. Een getalenteerd musicus als Vloemans zou dus écht een eigen weg moeten inslaan en ingrijpende keuzes moeten maken, vooraleer zijn talent tot volle wasdom kan komen.