Het is niet eenvoudig om tegenwoordig instrumentale, uitgesponnen rockmuziek te maken zonder daarom het vaandel 'postrock' te moeten torsen. Het Noorse Salvatore heeft de uitdaging toch aangegaan. Op hun vijfde plaat, 'Luxus' slaan deze rockers gewaagd het instrumentale pad in, zonder in die typische, epische drones uit de Canadese Godspeed / Constellation stal te vervallen. Kjell Olav Jørgensen en co zien zichzelf liever onderverdeeld in het hokje van de Duitse krautrock, type Can, Neu of Tortoise. Welke naam het kind ook moet dragen, 'Luxus' is een verrassend afwisselende en verrijkende plaat die een groep presenteert die niet aarzelt om een totaal nieuwe richting succesvol te bewandelen. Toegegeven, een grote verdienste behoort ook toe aan producer John McEntire, die met the Sea and Cake en Tortoise zijn pluimen reeds verdiende. Een rijk gelaagd geluid is, naast ruimdenkende en verrassende songstructuren immers de kwaliteit waar 'Luxus' het van moet hebben; een gouden formule.
Snaren worden getokkeld, klankkasten aangetikt. Dankzij een eigenzinnig gebruik van instrumenten, rolt deze plaat met een zachte, vriendelijk zwevende dub binnen. Salvatore toont zich de meester van de subtiliteit. Met medewerking van een mooie dosis geduld, gevoelsmatigheid en een schijnbare liefde voor lichte jazz presenteert deze band een heerlijk kabbelend schijfje dat zich nooit op de voorgrond durft te dringen. Dit is sfeermuziek voor de nog ongeschreven film. Dub en psychedelica tonen zich van hun zachtaardige kant. Met veel reverbeffecten en schuifelende drums geeft Salvatore een mystiek tintje aan zijn songs. Door stiltes te verkiezen boven bombastische dramatiek, stimuleert de groep een dromerige verbeeldingskracht. Vanaf de metaalklinkende, chaotisch rommelende 'Fluxus' verlaten de jongens de wegen van de conventionele songstructuren en eisen akelige klanken, ongemakkelijke rustpauzes en beangstigende geluiden meer en meer de aandacht op. Het sjamanistische 'Roots & Weather' is allicht hét meest verwachtingsvolle hoogtepunt en laat indianenzangen een schijnbare storm aankondigen. Deze laatste barst overigens niet los, maar resulteert wel in een tien minuten durend epos. De traditie om met het mooiste stuk te eindigen, is bij deze in ere gebleven en een ijle vrouwenstem mag zeer broos en zacht de komende klanksymfonie inluiden. Met deze titeltrack als wondermooie afsluiter mag Salvatore dit nieuwe experiment gerust als "zeer geslaagd" noemen.
Met vijf platen in een bestaan van evenveel levensjaren blijft het Noorse Salvatore een erg bezige band. De vernieuwingsdrang die hen van folkrockband tot instrumentale sfeerrockers leidde toont enkel maar aan dat deze jongens nog lang niet uitgezongen zijn. Majestueus.
Meer over Salvatore
Verder bij Kwadratuur
Interessante links