Het Duitse Sacred Steel heeft een flinke weg afgelegd. Zoals de bandnaam doet vermoeden, begonnen deze heren als een groep die de fundamenten van wat genoegzaam klassieke heavy metal heet te etaleren. Dat leverde in het begin vaak albums op die niet meteen knallers waren, niet in het minst door de tenenkrommende zang van frontman Gerrit Muntz. Maar na zoveel jaren blijkt dat Sacred Steel stelselmatig gegroeid is en dat ze tegenwoordig erin slagen om een plaat af te leveren die – hoewel niet vrij van clichés – weet te boeien.
Wie de groep een tijd geleden had opgegeven, zal best eens vreemd kunnen opkijken bij de openingstonen van 'Storm of Fire 1916': Sacred Steel houdt zich al geruime tijd niet meer bezig met enkel oubollige heavy metal, maar heeft er zowaar een fikse geut thrash bij gegoten. Dat maakt dat de band vandaag de dag een stuk agressiever en potiger uit de hoek komt en dat valt enkel toe te juichen. Ook 'No God / No Religion' of 'Under the Banner of Blasphemy' zijn behoorlijk heftige lappen met thrash geïnfuseerde metal die stevig overeind blijft.
Het grootste geluk voor deze jongens is dat zanger Muntz tegenwoordig zich niet meer bedient van zijn toch wel lachwekkende timbre van vroeger. Hij schreeuwt nu meer dan hij zingt, met zo'n hese rasp die – opnieuw – refereert aan thrash of zelfs lichte black metal en als hij toch normaler zingt, kent hij zijn beperkingen en gaat hij zelden uit de bocht.
Ondanks de agressieve aanpak en de focus op potige riffs is het album niet helemaal vrij van schoonheidsfoutjes. Zo zijn er misschien iets te weinig echt pakkende hooks aanwezig om de volle vijftien songs te kunnen boeien (het laatste nummer is een overbodige Misfits-cover) en ondanks de groei van zanger Muntz zullen er nog steeds mensen zijn die zijn klank niet kunnen appreciëren. Maar wie graag vrij heftige metal met klassieke inslag en pompende ritmes hoort, doet er allicht geen slecht aan dit album een kans te geven.