In tegenstelling tot wat de bandnaam en de songtitels doen vermoeden, betreft het hier een band uit Wenen, Oostenrijk en dus niet uit Rusland. Nochtans is alles aan dit album zo Russisch als maar zijn kan. Het gaat hier overigens niet om metal in de strikte zin van het woord, maar wel om opgepepte Russisch/Slavische folk met een enorme hoeveelheid aan ska-invloeden. 'Energia!' is – net als de titel doet vermoeden – daardoor een energiek plaatje geworden, maar het is evenzeer te jolig voor woorden: ideaal om live te aanschouwen, maar iets minder om thuis te verteren.
De twaalf tracks van deze schijf zijn een mooie kennismaking voor de lollige en jolige kant van het Slavische folkgebeuren en het enige dat skagewijs nog wat te vaak ontbreekt, zijn een stapel trompetten. Maar voor het overige is het een en al ska wat de klok slaat, compleet met occasioneel een folkriedel die spontaan naar de klompen doet grijpen en waardoor een wilde rondedans in gang wordt gezet. 'Energia' trapt het geheel af en is een explosief dansnummer, zoals er wel meer gaan opduiken. 'Barada' klinkt als een dranklied, maar dan eentje waar het tempo verloren loopt. 'Autodrom' is allicht het meest hardrock/metalgetinte nummer van het album, met een haast AC/DC-achtige gitaarriff die iets opgefokter tekeer gaat, maar genekt wordt door een idiote tekst. Alsof het surreële effect nog niet volledig was, duikt daar vervolgens 'Istanbul' op: hier wordt Engels, Russisch en Turks door elkaar gehusseld en mag een Turkse volkszanger een solomoment inlassen.
Talen worden wel vaker door elkaar geworpen op 'Energia!' en dat maakt het geheel in dat opzicht een hutsekluts die snel bizar aandoet en de lolbroekenfactor omhoog trekt. Het is vooral dat laatste dat Russkaja parten begint te spelen, want het vermoeden rijst dat alle teksten behoorlijk silly zijn en dankzij de hoempa-hoempa muziek wordt dat koddige nog extra in de verf gezet. Dat is meteen ook de achilleshiel van Russkaja: op een podium wordt dit soort muziek snel een geschift feest, maar het is letterlijk te onnozel om dood te doen wanneer het enkel plaatwerk betreft.