Voor een jazzmuzikant met Indische roots zou het eerder onwaarschijnlijk zijn als je nooit gevraagd wordt om iets te doen met de rijke Indische muziektraditie, zelfs al ben je geboren in Italië en opgegroeid in de Verenigde Staten. Altsaxofonist Rudresh Mahanthappa, die zich in deze situatie bevond, deed al een eerste poging in 1996 maar was destijds naar eigen zeggen niet genoeg onderbouwd om een muzikaal en cultureel overtuigend resultaat neer te zetten. Zijn tweede versie van de Indo-Pak Coalition slaagt met 'Apti' wel in dat opzet. Met de Pakistaanse Amerikaan - vandaar de 'Pak' in de Indo-Pak Coalition - Rez Abbasi op gitaar en Dan Weiss op tabla bekijkt Mahanthappa de Indische muziek door een jazzbril. Dat doet hij trouwens tussen zes andere projecten door, waarin hij meer 'zuivere' en groove-georiënteerde jazz speelt. Zeker gezien het feit dat hij daarnaast ook nog geregeld opduikt als gastmuzikant bij allerlei ensembles, hoeft het niet te verbazen dat de alomtegenwoordige Mahanthappa al enkele jaren hoge ogen gooit bij de Amerikaanse jazzpers.
In de meeste genres van de Indische klassieke muziek is het de gewoonte om een stuk te beginnen met een lange, vrije solo-improvisatie over een bourdon-drone. Deze sectie, die men alaap noemt, is in feite een soort van verkenning van de raga (min of meer te vergelijken met de modus in jazz). Ook Mahanthappa start zijn cd met zo'n introductie, waarin hij gretig gebruik maakt van kwarttonen, glijbewegingen en versieringen. Ook de scherpe sound van zijn sax past perfect in het plaatje. De man heeft dus goed geluisterd naar de Indische muziek, al is het eigenlijk pas met terugwerkende kracht dat de intro Indisch aandoet. Het eerste nummer erna begint namelijk met een vinnig thema dat perfect in een bebop-context zou thuishoren. Pas vanaf de intrede van het typische, bubbelende geluid van de tabla wordt de link met India expliciet gelegd. Ook de meeste andere thema's zouden perfect kunnen ondersteund worden door een klassieke jazzritmesectie.
Een fijne parallel tussen jazz en Indische muziek is het belang dat wordt gehecht aan improvisatie. Er wordt dan ook lustig gesoleerd door alle leden van het trio. Mahanthappa blaast vol vuur halsbrekende capriolen uit zijn sax en steelt dan ook dikwijls de show. Abbasi vervult de functie van tegenstem en krijgt af en toe ook ruimte voor uitweidingen, maar heeft vaak wat te lijden onder de doffe jazzsound van zijn gitaar, die minder goed mengt in het geheel. Pas in het laatste nummer draait hij eindelijk de treble-knop open en komt zo in de buurt van de scherpe sitarklank waar de muziek al heel het album om smeekte. Weiss ten slotte is inventief en vingervlug in zijn begeleiding en speelt een verdienstelijke solo in 'Palika Market' maar moet toch het onderspit delven in vergelijking met de meeste Indische tablavirtuozen.
De Indo-Pak Coalition realiseert op 'Apti' een mooie en tamelijk diepgaande verweving van jazz en Indische muziek. Enkele ritmische figuren die de groep gebruikt zijn duidelijk terug te brengen op Indische gewoontes, bijvoorbeeld het driemaal herhalen van een motief, telkens in een sneller tempo maar binnen hetzelfde metrum. Andere licks zijn zo geworteld in de jazztraditie dat ze onmogelijk gespeeld konden zijn zonder een grondige onderdompeling in Charlie Parkers solo's. Toch moet men al vrij goed onderlegd zijn in beide stijlen om uit te pluizen wat er nu juist Indisch is aan deze muziek en wat haar origine heeft in de jazz. Zo komt het dat de interpretatie van Ravi Shankars 'Vandanaa Trayee' niet uit de toon valt tussen Mahanthappa's eigen werk. Geen oppervlakkig exotisme dus, maar een plaat met een eigen visie.
Meer over Rudresh Mahanthappa's Indo-Pak Coalition
Verder bij Kwadratuur
Interessante links