In de documentaire die Canvas vorig jaar over hem uitzond, was al te zien dat Roland zeker geen muzikale kokerkijker is. Aan het einde het programma gaf hij een performance van de stokoude schlager 'That's Amore' ten beste, en ondertussen was je als kijker ook al te weten gekomen dat één van Rolands allereerste lp-aankopen een plaat van Miles Davis was. Hoewel de muzikant uit Boom doorgaans – en terecht – wordt gezien als de incarnatie van de blues in Vlaanderen, werd het door deze uitzending overduidelijk dat Roland aan meer dan één genre zijn hart heeft verpand. Het is dus niet zo verwonderlijk dat hij nu, enkele jaren na de 'basic' bluesplaat 'Lime and Coconut' (uit 2003), voor de dag komt met een cd waarop hij al zijn muzikale passies volledig de vrije loop laat. Het nieuwste werkstuk, 'The Great Atomic Power' getiteld, is grotendeels opgenomen in Kenia: na enkele optredens op verzoek van de Belgische ambassade aldaar, bleef Roland plakken bij een paar Afrikaanse muzikanten met wie hij meteen enkele songs op band vastlegde. Later werden aan de ruwe opnames uit Mombasa overdubs toegevoegd: in Nairobi leenden zes Keniaanse zangers hun backing vocals aan het geheel; in Brussel kwamen de stem van Nathalie Delcroix (Laïs) en een bont gamma instrumenten (cello, accordeon, trompet en violen) er extra bij.
Eclectisch is de meestgehoorde stijlomschrijving van de plaat, en ze is niet gelogen. Alle songs hebben een uitgesproken Afrikaanse, zonnige en opgewekte popstempel meegekregen, maar op elke track vergezelt één bijkomend genre deze equatoriale 'feel': jazz, gospel, folk, calypso, country, reggae – verrassend weinig blues. Het goede nieuws is, dat deze tropische hutsepot op ongeveer de helft van het tiental nummers voor heel originele resultaten zorgt. Zo is bijvoorbeeld het countrygetinte 'The Truth' één van de mooiste songs die Roland ooit uit zijn pen toverde: de melodie en de tekst zijn een beetje naïef, maar ze worden wel prachtig in duet door hemzelf en Nathalie Delcroix gezongen. Een zwaar, maar toch warm klinkende elektrische ritmegitaar zorgt samen met leadgitaar, bas, drums, backing vocals en trompet voor een smaakvolle instrumentale begeleiding. Een ander hoogtepunt is 'Jambo': na een korte intro van een instrument dat op een kora (soort Afrikaanse harp) lijkt, ontpopt deze song zich – voortgestuwd door levendige backing vocals, gitaren en accordeon – tot een melancholische ode aan Afrika's politieke helden (Lumumba, Mandela, enzovoort). En evenzeer van een hoog niveau is de traditional 'Venezuela', waarin een glansrol is weggelegd voor de jazztrompet van Gino Lattuca.
Maar er is ook minder goed nieuws. Op de andere helft van de cd is Roland immers ál te veel aan het 'freewheelen' gegaan, waardoor de dunne grens tussen eclecticisme en kitsch meermaals wordt overschreden. Dat is bijvoorbeeld het geval op 'Secret Love', waarop "sawa-sawa"-zingende Afrikaanse stemmen worden gecombineerd met een barok strijkersensemble, fluit en licht valse akoestische gitaren. Het compleet stuurloze arrangement wil alle richtingen tegelijk uitgaan, terwijl een sobere instrumentatie de melodie waarschijnlijk veel meer recht had gedaan. Eerder bedenkelijk is ook 'KQ 652 to Kisumu', een zeer eentonige track, die bovendien wordt gedomineerd door een gitaar met een ergerlijk klinisch klinkend distortioneffect (en waaruit ook blijkt dat vliegtuigvluchtnummers niet meteen goede inspiratiebronnen zijn voor sterke muziek).
Roland bewandelt op 'The Great Atomic Power' nieuwe muzikale wegen, maar het resultaat klinkt net iets te vaak alsof hij op goed geluk ergens toevallig is aanbeland. Elke dag opnieuw je intuïtie volgen en niet te veel op voorhand plannen is een begerenswaardige levensstijl, maar op deze cd was de begeleidende hand van een gids misschien wel van pas gekomen.
Meer over Roland Van Campenhout
Verder bij Kwadratuur
Interessante links