Zijn helden zijn John Lee Hooker en Ali Farka Touré, dé iconen van respectievelijke de Amerikaanse en de Afrikaanse blues. Die muzikale tweepoligheid is in de muziek van Roland Tchakounté duidelijk te horen. Op ‘Blues Menessen’ bewandelt hij beide paden expliciet, maar neemt hij ook sluipwegen: nu eens met succes, maar enkele malen loopt hij ook verloren.

Met zijn wat hese, eerder lichte stem klinkt Tchakounté’s muziek vaak sober. Dat is meteen ook waar die haar grote kracht uit haalt. Toepasselijk is de muzikale terughoudendheid van de in Kameroen geboren, maar in Parijs wonende zanger-gitarist echt wel, want de inhoud van de teksten is niet meteen om vrolijk van te worden. Hier geen persoonlijke blues, maar het vaak pijnlijke verhaal van het moedercontinent, waarbij Tchakounté vaak focust op de complexe relatie tussen de al dan niet verdoken macht van Westerse mogendheden en de gelaten houding van sommige zwarte Afrikanen.

In het eerste deel van het album wisselt Tchakounté tussen de Amerikaanse en de Afrikaanse blues. De traag tjokkende groove, een vettig schuivende gitaar in het lage register en het ronkende geluid vol klassieke bluesformules van het titelnummer trekken resoluut de Amerikaanse kaart, wat ook gebeurt in het snellere ‘Yingue’. Opvallend hierbij is dat de songs echter in het Afrikaanse Bamiléké dialect gezongen worden, wat de nummers meteen een eigen kleur geeft.

Die wordt nog duidelijker in de op Afrikaanse leest geschoeide stukken, waarvan ‘A Tchann’ met de gelaagde ritmiek (en alle complexiteit van dien) en ‘Yoh Mama’ met het repetitieve, twinkelende gitaarwerk de duidelijkste voorbeelden zijn. Emotioneel het meest indrukwekkend is ‘Chunzela’: een desolate track waarin de muziek van alle overbodigheden gestript wordt. Als in een ballade vertelt Tchakounté het bescheiden verhaal van bootvluchtelingen dat de luisteraar door de inhoudelijke en muzikale eenvoud onbehaaglijk naar de keel grijpt.

Wanneer Tchakounté meer het poppy pad bewandelt gaat het al eens mis. ‘Nju Ne Bala’ (met ruim zes en een halve minuut het langste nummer) en ‘Vae Victis’ bezwijken onder funky gitaren, kleffe keyboards en lamme pianopartijen. ‘Yuna’ doet het dankzij de gospelakkoorden iets beter, maar duurt desondanks nog steeds te lang.

Een succes over de hele lijn is ‘Blues Menessen’ niet te noemen. Daarvoor kent de plaat enkele dipjes te veel. Toch blijven de meeste nummers moeiteloos overeind en laten ze horen van welke markten Roland Tchakounté allemaal thuis is, zonder zijn ziel te verliezen in verkild epigonisme.

Meer over Roland Tchakounté


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.