Sinds de verhoogde pensioenleeftijd een brandend politiek discours werd, is er ook binnen de muziekscène een algemene trend naar boven gekomen: oude vakmannen en –vrouwen nemen de draad na jaren terug op, met onder de arm jonge of minder jonge honden, om nieuw werk te berde brengen. De bekendste is waarschijnlijk Johnny Cash met producer Rick Rubin, dichterbij deed de ook al betreurde Bobbejaan Schoepen het met ondermeer Daan.

Ook hij is een oud man geworden, de mentaal labiele Roky Erickson. Aan zijn leven zou een bladzijdenlange studie gewijd kunnen worden. Omdat deze proporties niet geoorloofd worden door kwadratuur blijft het hier beknopter. De essentie ligt erin dat Roky in 1965 met z’n band 13th Floor Elevators aan de basis lag van de psychedelische rock. Aangezien het roken van een joint in preuts Amerika niet mocht, maar hij daar wel op betrapt werd, belandde Roky Erickson voor jaren in een instelling, waar hij ondermeer elektroshocktherapie kreeg. In de tussentijd werd bij hem schizofrenie vastgesteld. Toen Erickson in het midden van de jaren zeventig opnieuw in de maatschappij belandde, stampte hij de Bijbelse groep Bleib Alien uit de grond, die voor hardere rock stond. Vanaf de jaren tachtig kwamen ten slotte zéér sporadisch platen uit onder zijn naam (de laatste in 1995). Ook brachten talloze voorname bands, als The Jesus and Mary Chain en REM, coverversies uit van ’s mans werk. Dit alles kon evenwel niet verhinderen dat hij in de vergeetput van de rockmuziek belandde. Het bleek dan ook tijd voor een nieuwe episode in Roky Ericksons loopbaan. Voor de muzikale omkadering van ‘True Love Cast Out All Evil’ werd hij samengebracht met Will Sheff’s lofi-indiefolkrock-collectief Okkervil River. Zij zouden bij de bewerking van oudere nummers de instrumenten inspelen én Will Sheff ging alles producen.

Het resultaat was waarschijnlijk min of meer wat de bezielers van het project verhoopten, een doorleefde singer-songwriter in de huidige tijdsgeest gevat. Zo moet openingsnummer ‘Devotional Number One’ spek naar de bek van Sparklehorse-aanhangers zijn. De dominante ruis, onvaste stem en wat valse gitaarnoten kunnen doorgaan als een ovatie voor Mark Linkous’ werk. Laat dit nu een nummer zijn dat opgenomen werd tijdens Erickson’s internering in de jaren zeventig. Elders is het ondermeer de indierockteneur die de nummers niet altmodisch maakt. Hiervan is ‘John Lawmand’ een treffend voorbeeld. Dit mag dan niet de meest beklijvende passage van het album zijn, edoch het zorgt voor afwisseling. De orgelpunten liggen eerder in de rustig uitgesponnen werkstukken, met titelnummer ‘True Love Cast Out All Evil’ op kop. Gitaar, lapsteel en tamboerijn vormen de hoofdbegeleiding bij de wijze woorden van de baardman. De verschillende nummers vormen geen gladde popdeuntjes. Daarvoor zijn ze te (aangenaam) krakend en ruisend (de oude opnames ‘Devotional Number One’ en ‘God Is Everywhere’) of kenmerken ze zich door ontspoorde outro’s met achtergrondgeluiden én verstilde en wegdeemsterende gitaarsolo’s (‘Ain’t Blues To Sad’ en ‘Birds’d Crash’). ‘Goodbye Sweet Dreams’ en ‘Be And Bring Me Home’ ten slotte, kunnen omschreven worden als begeesterende nummers die als een oorworm onder de schedelpan gaan huizen om er voor de rest van de dag niet meer uit te komen. Een fijne dag? Vast en zéker.

Roky Erickson is ontegensprekelijk een oude knar. Rauw brommend vult hij de zangpartijen in die op een bedje van Okkervil River’s (folk)rock geborduurd werden. Het geheel varieert van aangenaam, over beklijvend en intrigerend tot meeslepend, wat er voor zorgt dat hij na veertig jaar opnieuw volledig actueel is. Nu hopen dat het weer geen jaren neemt om van zich te laten horen. Verder is ‘True Love Cast Out All Evil’ het gedroomde uitgangspunt van waaruit men het volledige oeuvre van de met songschrijvertalent begiftigde voormalige rockpsychedelicus kan exploiteren.

Meer over Roky Erickson & Okkervil River


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.