Na zijn plaat met Narcissus is 'Painting Time' de tweede plaat die de jonge saxofonist Robin Verheyen uitbrengt op het W.E.R.F. label. Met de Amerikaanse toetsenist Bill Carrothers, de Franse bassist Remi Vignolo en de Belgische drummer Dré Pallemaerts bevindt hij zich ditmaal in internationaal gezelschap.
Dat Verheyen sinds midden 2006 in New York woont, heeft er niet voor gezorgd dat zijn muziek uitzinniger geworden is, integendeel. Verheyen en zijn muzikanten spelen vaak gesloten, abstract en bij momenten zelfs ascetisch. Virtuositeit wordt volledig naar de achtergrond gedwongen, samen met dynamische contrasten. De muziek richt zich op melodie en harmonie, wat 'Painting Space' niet meteen tot een schijfje vrolijke achtergrondjazz maakt, waarbij het goed vingerknippen is. Alleen in Wayne Shorters 'Capricorn' wordt er voor een geanimeerde swinggroove gekozen. Bij de meeste andere tracks ligt het tempo eerder laag, als er al van een vast tempo sprake kan zijn.
Als saxofonist vermijdt Verheyen extremen en speelt hij in zichzelf gekeerd, alsof hij zijn weg zoekt en de luisteraar zijn tocht mag volgen. Door deze soberheid krijgen de andere muzikanten volop de kans om hun stempel op de cd te drukken. Vooral Bill Carrothers is nadrukkelijk (maar niet opdringerig) aanwezig: één maal op Fender Rhodes, de andere keren als pianist – al dan niet aan het werk in klankkast van de piano. Zijn ruimtelijke akkoorden leggen een open basis. Hierop kunnen ook Vignolo en de zoals steeds ritmisch erg onafhankelijk spelende Pallemaerts hun zeg kunnen doen. Hierdoor wordt 'Painting Space' het werkstuk van een volwaardig kwintet, waarbij de rolverdeling vaak heel flou is.
De harmonische en melodische focus van de plaat komt vooral naar voor in de composities van Verheyen zelf. De soms herkenbare en eenvoudige melodieën worden breed uitgesmeerd, wat vooral in 'Open to Your Love' letterlijk minuten in beslag neemt. Gecombineerd met de vrije metriek en het lichtjes aan- en afrollen van de begeleiding wordt hier de geest van John Coltrane opgeroepen. Echt doorduwen doet Verheyen echter niet, aangezien hij blijft zweren bij korte frases, ook wanneer hij in volle opbouw is. Dat kleine tandje bijsteken had de track en de cd als geheel nog iets meer kracht kunnen geven, een extra dimensie die nu al eens ontbreekt.
Wanneer het kwartet nog verder gaat in de soberheid, zoals in 'Colors in Space' en 'Voice of the People' (een compositie van Carrothers), wordt de muziek echt ijl. De meest cerebrale track is echter 'Metal Bar – Painting Space' waar zoveel onuitgesproken blijft dat wat niet gespeeld wordt minstens even belangrijk wordt als wat er wel te horen is. Wanneer er even niemand echt soleert of de melodie voert lijkt de muziek stil te staan: niet doods, maar vol spanning.
In het tweedelige 'Facing East' Part 1' wordt even uit een ander vaatje getapt. De nazinderende inside piano klanken van Carrothers zorgen voor een mysterieuze onderbouw die plots plaats maakt voor een stevige drive in de ritmesectie. Het kolken van de begeleiding laat Verheyen in zijn solo haast rondspinnen als een tol, waardoor het kwartet de ruimte even anders schildert. Een welgekomen moment van afwisseling in een knappe, maar niet voor de hand liggende cd.
Meer over Robin Verheyen Quartet
Verder bij Kwadratuur
Interessante links