De reeks 'Opening Doors' bij het Zweedse label BIS is er een waarbij het Swedish Chamber Orchestra bekende en minder bekende symfonische muziek uit de negentiende eeuw in de kijker zet. Schumann stond op de eerste cd centraal en dat is op deze derde uitgave ook zo. Een van de meest aantrekkelijke kantjes van deze reeks is namelijk dat Schumanns minder bekende orkestwerk belicht geraakt. De eerste uitgave (BIS-SACD-1519) presenteerde de oorspronkelijke orkestratie van de vierde symfonie en enkele ouvertures en met deze plaat worden daar de vroege 'Zwickau' symfonie, de 'Overtüre, Scherzo und Finale' en de ouvertures tot Schumanns enige opera 'Genoveva' en Schillers 'Braut von Messina' aan toe gevoegd.
Het Swedish Chamber Orchestra speelt met een sterk gereduceerde bezetting bij de strijkers, wat bij Schumann een recept is voor klare en precieze orkestmuziek. De eerste symfonie (bijgenaamd 'Frühlingssymphonie' want het ritmische hoofdmotief past op de tekst 'Im Thale blüht der Fruhling auf' uit een gedicht dat Schumann inspireerde van Adolf Böttger) weerklinkt zo in al haar frisheid en jeugdige onstuimigheid. Een slanke orkestklank doet het goed in de plotse gemoedswisselingen, waar Schumann een lyrische toon aanslaat terwijl veel aandacht voor ritmiek en articulatie (misschien hier en daar zelfs wat aan de droge kant) de snellere passages levendig houdt. Het trage deel behoudt haar tempo en valt niet stil. In vergelijking met Philippe Herreweghes recente en John Eliot Gardiners minder recente maar even knappe opname van dit werk valt hier de meer bescheiden klank van het orkest op, waarbij het trage deel met de transparantie van een kamermuziekwerk gespeeld wordt. Het scherzo klinkt strijdvaardig en onvoorspelbaar, met enkele eigenzinnige crescendo's en fraseringen die het deel haar energie verlenen. De finale wordt echter net een beetje tegengehouden om echt onstuimig te gaan klinken maar de coda van dit deel maakt dan weer alles goed.
De andere werken op de plaat zijn nagenoeg onbekend en dat is misschien omdat Schumann onterecht nog steeds wat als een gebrekkige orkestrator wordt beschouwd. Niettemin is de ouverture tot 'Genoveva' een prachtig werk, dat hier vol van drama wordt weergegeven. Luister maar naar het heroïsche 'reddingsmotief' in de hoorns, een verwijzing naar de opera. De ouverture tot 'Die Braut von Messina' is Schumanns tragische ouverture, een werk in mineurtoonaard dat de rivaliteit tussen de twee belangrijkste families in het Siciliaanse stadje weergeeft. Een strakke ritmiek helpt dit soms wat doorwrochte werk zijn strijdvaardige, tragische karakter te behouden zonder dat het in bombast verzakt.
Het eerste deel van een symfonie in g mineur was Schumanns eerste, voorzichtige poging tot het schrijven voor orkest. Het dankt zijn bijnaam aan Schumanns geboortestad Zwickau in Saksen. Deze versie speelt het werk in een wat gereduceerde bezetting, zonder het extra koper dat bij Gardiner het stuk haar kracht verlenen. Zo baadt dit werk, net als de 'Overture, Scherzo & Finale' in een lichtvoetige, minder tragische sfeer.
Het engagement dan de muzikanten van het Swedish Chamber Orchestra en haar smalle, verzorgde klank maken ook van deze cd weer een erg mooie uitgave en bovendien is het een met knappe en weinig uitgevoerde muziek.
Meer over Robert Schumann
Verder bij Kwadratuur
Interessante links