Een verontwaardigde pianoleraar tot een tienerleerling die vraagt of de welbekende ‘Kinderszenen’ eens op de pupiter mogen: “Nee, Schumann is vergif voor kinderen!” Ogenschijnlijk eenvoudig aan het oppervlak, zijn deze scènes uit een kindertijd helemaal niet bedoeld voor de zich nog vormende kindergeest. Ze zijn te complex en dragen onmiskenbaar Schumanns stempel, wat bijvoorbeeld typisch betekent dat linker- en rechterhand elkaar met tegenstrijdige kluitjes in het riet kunnen sturen, of op zijn minst zetten ze het creërende brein op het verkeerde been. Vandaar ook dat het niet zomaar beginnelingen zijn die zich kunnen profileren met Schumann. Op concertagenda’s zijn het niet toevallig voornamelijk de gevestigde waarden die, na jaren verdienstelijke arbeid, tot de componist komen – weliswaar een uitzondering niet te na gesproken. Niemand hoeft in twijfel te trekken dat de Franse pianist Eric Le Sage na jaren dienst geschikt is voor het ingewikkelde universum van Schumann, dat vol contradictoire strijdende krachten zit en tegelijk de eenvoud van pure melodische kracht aangrijpt. Sedert 2006 heeft de pianist alle kamermuziek met piano en alle werken voor piano solo van de componist opgenomen: een bewonderenswaardige en voor de luisteraar zeer inspirerende onderneming, omdat behalve de grotere en bijna clichématige cycli ook kleinere en minder gekende, maar daarom niet minder interessante opusnummers aan het licht gekomen zijn.
Anders dan een langgerekt conflict tussen Eusebius en Florestan (de karakters die altijd boven komen drijven als men het over Schumanns muziek heeft), poogde Le Sage deze muziek coherent te benaderen. Zijn interpretaties zijn geen uit elkaar brokkelende monumenten, want de nadruk ligt op het compositorische web waarin zowel de poëtische als de heldhaftig-mannelijke entiteiten evenveel gewicht krijgen. Deze pianist door Schumanns cataloog horen bladeren, is ervaren hoe een muzikale wereld zich ontvouwt, zonder gebrek aan innerlijke logica. Le Sage’s wijze handen voelen zonder aarzelen de architectuur van de stukken goed aan en laten zich gedienstig meedrijven op de deining van de muzikale bewegingen. Hoewel deze interpretaties vanuit een intellectueel beginsel lijken te vertrekken, blijven ze nooit in dat beredeneerde stadium zitten. Le Sage’s vertrouwdheid met deze partituren staat geen explosiviteit en ontroerende inventiviteit in de weg: de pianist blijft open staan voor verrassingen en durft het wezen van de muziek in vraag stellen. Is dat niet Schumann ten voeten uit: een klinkend genie met structureel doorzicht, dat echter voortdurend wordt overspoeld door emoties die groter zijn dan de ordenende geest van de schepper? De componist uitvoeren moet dan een streven zijn naar het verzoenen van die twee polen: dat onverzettelijke geloof in de ratio enerzijds, tegenover de verslindende werking van het alles verterend gevoel aan de andere kant. Twee zeer Duitse beginselen, die men inderdaad niet door een kinderhand in elkaar moet laten knutselen. En toch: soms is kinderlijke naïviteit niet misplaatst bij Schumann. Als Le Sage de ‘Träumerei’ inzet, komt daar geen snotneus bij te pas. De pianist wordt weer een kind: de inleving in dat moment is groter dan de weemoed van het terugblikken. Le Sage scheidt de kitsch van de schoonheid en houdt alleen dat laatste over; eindelijk een Schumann waarin de lach volwaardig naast de traan staat!
Ongeveer vijf jaar besteedde Le Sage aan Schumann. Het resultaat waren elf volumes bij label Alpha, inmiddels opgesplitst in twee handige box-sets. Het eerste bevat zeven schijfjes, goed voor alle kamermuziek met klavier. De meer recent verschenen tweede telt dertien cd’s en brengt op die manier werken uit de canon samen met minder uitgevoerde pareltjes. Soms als minder interessant bestempeld, werpen ze bij Le Sage toch heel wat gewicht in de schaal: Schumann gaf niet elke bevlieging een opusnummer en zijn oeuvre verdient de aandacht die deze Fransman er aan heeft besteed. De enige opmerking die men bij deze release, voorlopig zonder twijfel de definitieve Schumann-bundeling, kan maken, is dat voor de liner notes verwezen wordt naar de website van het label. De sobere maar overzichtelijke vormgeving maakt het voor het label echter mogelijk deze uitzonderlijke set aan te bieden tegen een zeer aantrekkelijke prijs. Per uur muziek betaalt men ongeveer de prijs van een glas wijn op café. Spreekt voor zich dat deze investering snel rendeert voor wie een aantal avonden thuis blijft in plaats van het geluk aan een of andere toog te zoeken.