Ondanks wat de titel doet vermoeden, gaat het hier niet om Franstalige muzikanten maar zowaar om Australiërs. Het leuke is wel dat ze de term 'Call of the Void' vervangen hebben door de Franse versie, want de Engelstalige is net iets te vaak gebezigd binnen metal. Dit opvallende doomcollectief houdt van de symfonische kant van de zaak en wordt behoorlijk bewierookt. Maar is dat ook terecht?
Eerlijk is eerlijk: de groep weet hoe ze symfonische en melancholische doom moet maken. De gitaren zorgen voor een flinke muur van geluid, het tempo en de melodieën geven alles een drukkende atmosfeer van verstikking en weemoed, de toetsen zijn opulent en bijna bekleed met zwart velours en de teksten gaan over verdriet en miserie. Niets nieuws onder de zon, maar wel deftig gebracht. De extra inbreng van onder meer saxofoon is een leuke toets, eentje die hier en daar doet terugdenken aan de begindagen van My Dying Bride toen de viool nog een belangrijk onderdeel van de klank was.
Rise of Avernus werkt met twee vocalisten, een man voor de rauwe gromzang en een vrouw voor de meer zalvende melodieën. Misschien niet zo'n sterke zet, vooral omdat deze aanpak ondertussen zo cliché is geworden dat een groep al van bijzonder sterke huize moet zijn om dat vooroordeel te overwinnen. Hier mist Rise of Avernus wat spanning. Het valt snel te voorspellen wie welke passages zal zingen en die tweedeling is gewoon niet meer fris. De songs zijn degelijk opgebouwd en de groep kwijt zich met verve van zijn taak, maar toch ontbeert het hen aan echt sterke songs. Het is allemaal erg netjes en mooi binnen de lijntjes gekleurd, maar enig risico ontbreekt en daardoor wordt 'l'Appel du Vide' jammer genoeg te vaak een genreplaat die nooit de grote groep ontstijgt.
Rise of Avernus is een band die vast en zeker liefhebbers van het 'beauty and the beast'-genre zal bekoren en er is ook wat te ontdekken voor de doomfans die graag breedlagige melodieën hebben, maar voor het overige is dit een album dat niet meteen potten zal breken. Goed, maar niet opvallend.