Soundscapes doen het goed dezer dagen – muzikale producten waarbij niet zozeer een zorgvuldig uitgewerkte spanningsboog of een bepaalde verhaallijn centraal staan, maar wel een minutieus doordachte sfeerschepping. Het maken van zulke soundscapes is technisch gezien veel eenvoudiger geworden door de intrede van de computer in de muziekwereld. Daarom wordt er ook nogal eens fronsend neergekeken op het genre, alsof het om kinderspel gaat. De Zweed Rickard Jäverling presenteert op deze debuutplaat elf zulke soundscapes. In zijn geval gaat het echter om overwegend akoestisch-instrumentele muziek. Bovendien speelde Jäverling de accordeon-, gitaar-, banjo-, percussie-, mondharmonica-, hammond- en diverse fluitpartijtjes zelf in.

Jäverling heeft een voorliefde voor de Amerikaanse en volksmuziek, het weze blues, bluegrass, country en alles wat daar tussen ligt. Hij put op 'Two Times Five Lullabye' duidelijk uit die inspiratiebron, maar vermijdt het klakkeloos produceren van stereotype riedeltjes binnen elk van die genres. Zo is het nostalgische mondmuziekje in openingsnummer 'Ice Princess' een niet mis te verstane referentie naar de bluesmuziek. Maar tegelijkertijd doet de hypnotische, stabiele cadans dan weer veel eerder denken aan Fleetwood Mac's wereldhit 'Albatross', zodat het geheel toch een origineel product vormt. Op vergelijkbare wijze doet 'The Three Sisters' eerst heel sterk denken aan een country ballad, met het getokkeld gitaarintrootje, de tamboerijn en de typische, rollende snaartrompartij. Op het moment dat een amalgaam van blokfluitlijntjes en accordeon dan invalt met een omspeling van het gitaarthema, breekt dit echter totaal met het country-idioom. De sfeer op 'Two Times Five Lullabye' is erg gelaten zomers. Warme, organische timbres, rustige tempi en voorspelbaar verlopende tracks laten de aandachtige luisteraar wegdromen in een wereldje waar vuiltjes aan de lucht niet bestaan. De bezige luisteraar wordt niet gestoord in zijn activiteiten of conversaties door de weinig opdringerige muziek.
Het album kampt met enige bloedarmoede. Wanneer 'The Connor Pass' van wal steekt met hetzelfde repetitief gitaarmotiefje als 'The Three sisters' – een motiefje dat overigens niet zo heel sterk verschilt van de andere gitaarmotiefjes op de plaat – loert verveling om de hoek.
Maar enkele keren zoekt Jäverling de confrontatie tussen artificiële en instrumentele kleuren op. Zo is 'Track' gebouwd op een nogal knullig aandoend gesampled ritmisch motief en een klankbodem van hammond die men haast zou verwarren met een synthesizer. Daardoor worden dan weer erg expressieve accordeonpartijen en buitenwereldse fluitriedeltjes geweven.
Meer experimentele nummers als 'Wind Play' waarin gemanipuleerde xylofoonachtige geluidjes een Japanse sfeer oproepen geven duidelijk blijk van breed muzikaal potentieel. Ten slotte is het ook belangrijk om oor te hebben voor detail om deze plaat ten volle te appreciëren: onopvallende lijntjes en bouwblokjes allerhande zorgen voor een erg rijke klank waarin keer op keer iets nieuws te ontdekken valt.

'Two Times Five Lullaby' is allerminst een spannende plaat, zoals men ook mag hopen op grond van de titel. Het is een oase van warme ontspanning, die even goed kan dienen als focus voor meditatie dan als gezellig achtergrondmuziekje.

Meer over Rickard Jäverling


Verder bij Kwadratuur
  • Helaas geen extra info meer.

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.