Twee iconische werken van Richard Strauss hier door het Concertgebouworkest, twee symfonische gedichten waarin deze Duitse romanticus zijn gave voor kleurrijke en verbeeldingsvolle orkestratie ten volle ten gehore brengt. 'Don Juan' was zeker niet Richard Strauss' eerste compositie: als jeugdig genie schreef Strauss al een hele reeks pianocomposities, kamermuziekwerken en concerti en als twintiger zette hij zijn eerste stappen in de orkestmuziek met de symfonische gedichten 'Aus Italien' en 'Macbeth'. 'Don Juan' was echter Strauss' eerste grote succes en aan dat succes was Strauss' vernieuwende en virtuoze behandeling van alle instrumenten uit het symfonieorkest zeker niet vreemd. Strauss baseerde zich op een gelijknamig gedicht van Nikolaus Lenau over de exploten van levensgenieter Don Juan (of Don Giovanni als die in Italië bekend stond) in een symfonische fantasie die Juans rusteloosheid, zijn zin voor avontuur en uiteindelijk zijn uitgebluste ondergang beschrijft.
Maar in vergelijking met 'Eine Alpensinfonie' is zelfs 'Don Juan' nog een vrij abstract werk. Strauss zelf moet gezegd hebben dat hij, voor een keer, eens wou componeren "zoals een koe melk geeft" en in deze symfonie, waarin elk deel naadloos in het volgende overloopt, neemt hij de luisteraar mee voor een in elk klein detail beschreven wandeling door de alpen, compleet met koebellen, jachthoorngeschal en een onweer waarna de wandelaar in allerijl de aftocht moet blazen. Maar 'Eine Alpensinfonie' is meer dan zomaar een beschrijving van gebeurtenissen en scènes op een berghelling. Het is Strauss' laatste symfonische gedicht (op een gelegenheidscompositie voor het Japanse keizerrijk in 1941 na) en met dit orkestwerk, dat Strauss net na de dood van Gustav Mahler begon en in volle eerste wereldoorlog afwerkte, sluit de componist het tijdperk van de romantiek, met zijn voorliefde voor het programmatische, voor natuurtaferelen en voor magistrale orkesten, voorgoed en bewust af.
Onder Jansons' leiding verliest deze 'Don Juan' het dringende, het onstuitbaar vooruit gedachte dat andere opnames vaak bevatten. Vele passages, zeker meer brede of lyrische delen worden in hun volle waarde uitgespeeld, zangerig en zonder haast. Zelfs de briljante introductie heeft al explosiever geklonken. Maar als we dat even terzijde laten, komen de kwaliteiten van de opname des te duidelijker naar voren: stevige solisten (luister maar naar het einde van de 'Alpensinfonie'), koperblazers (vooral een trompetsectie) die uitdagend uit de hoek durft komen en een opnameklank die rijk klinkt zonder zijn transparantie te verliezen. De vioolsolo in deze 'Don Juan' heeft maar zelden zo sensueel geklonken, verfijnd en romantisch van klank.
De 'Alpensinfonie' blijft aantrekkelijk in eender welke uitvoering maar hier komt het Concertgebouworkest toch wat weinig avontuurlijk over. Een al te lyrische uitvoering neemt veel van de spitsvondigheid van Strauss' orkestratie weg. Zo neemt Jansons' de grote climax van het werk (wanneer de luisteraar met Strauss de bergtop bereikt en als een nietig wezen de hele natuur onder zich aanschouwt) behoorlijk traag. Dat is niet zo ongewoon maar maakt het hele werk wat bombastisch. Het levendige tempo waarvoor bijvoorbeeld Franz Welser-Möst met het Gustav Mahler Jugendorchester kiest past deze muziek dan ook beter. Ook de hobosolo die aan dit gloriemoment vooraf gaat, een muzikale uitbeelding van het schaalverschil tussen de eenzame wandelaar en de natuur rondom ruilt broosheid in voor lyriek.
Dat wil niet zeggen dat deze 'Alpensinfonie' geen boeiende luisterervaring is en naar knappe momenten hoeft men niet lang te zoeken: de 'Stilte voor de Storm' en de 'Elegie' bijvoorbeeld komen erg goed over, met hun donkere maar doorzichtige lijnen in de houtblazers, net als de introductie, die het orkest zo lang mogelijk zacht houdt. En het 'Onweer' zelf barst uit haar voegen met hamerend slagwerk – een van de meest geloofwaardige uitvoeringen van dit deeltje ooit.
Dit blijft een prachtige opname, ook al kan men de frissere uitvoering van 'Eine Alpensinfonie' bij EMI (0946 3 34569 2 1) of een scherpere 'Don Juan' verkiezen boven de erg romantische versie van Mariss Jansons. Maar de unieke klank van het Concertgebouworkest die geen detail van deze muziek verloren laat gaan maakt veel goed.
Meer over Richard Strauss
Verder bij Kwadratuur
Interessante links