Voor dit album bedacht Richard Leo Johnson voor zichzelf de rol van Charlie Shoe, een uit Arkansas afkomstige autodidactische gitarist/arbeider terwijl percussionist Gregg Bendian in de huid kruipt van Junk Fish, zogezegd een rockdrummer uit Memphis. Verder zou Charlie Shoe een protégé zijn van Vernon McAllister, nog zo'n fictief personage, dat Johnson eerder creëerde voor zijn veelgeprezen soloalbum 'The Legend of Vernon McAlister'. Dit stukje mythologie, verder uitgewerkt in de liner notes en Johnsons website, sluit perfect aan bij de bijzonder sfeervolle muziek die hier wordt gepresenteerd. Die muziek is zoals verwacht duidelijk geïnspireerd op de blues, roots, folk en americana. Tegelijkertijd bevat het werk ook een snuifje experiment en hangt er een avant-gardereukje aan en is het daarom zowel nostalgisch terugblikken als vooruitzien.
Een aankondiging van een radio-dj van een lokale radio met een sappig Zuiders accent vormt de passende aanloop naar twintig knappe miniatuurtjes die druipen van de virtuositeit en het speelplezier. Johnson leerde zichzelf gitaar spelen en zijn techniek is simpelweg verbluffend: zijn complexe gitaarmelodieën, soms met de bottleneck om de vinger gekneld, spreken onmiddellijk tot de verbeelding en bezorgen de muziek een sterk filmisch karakter. Daarbij bedient hij zich van gitaren die hij voor maximum honderd dollar op eBay heeft gekocht. Gregg Bendian, een begenadigd jazzdrummer, gaat aan de slag met allerlei 'junk', zoals potten, pannen, blikjes, belletjes, metalen en houten objecten, matrasveren en water washboards. In het zonnige 'First Breath In A Bean Field' geeft hij zelfs het ritme aan door met beide handen op een wateroppervlak te plensen. Soms worden melodieën in een rotvaart doorlopen zonder ook maar iets aan zuiverheid of zorgvuldigheid in te boeten, zoals in 'Rockasilly' en het emotioneel geladen 'Superman'. Een andere keer wordt gas teruggenomen en wordt de muziek heerlijk dromerig. Dat wordt mooi gedemonstreerd in 'Little Sparrow' waar Johnsons ontspannen gitaarexcursie enkel wordt begeleid door een vrolijk kwetterende spreeuw. De stukjes ademen een gemoedelijke sfeer uit. Enkel in het ijle 'Where The River Meets The Hills' zorgen melancholisch galmende gitaarnoten, een blaffende hond, sobere, schurende percussietexturen en een stemsample voor een desolaat sfeertje. Alsof ramen en deuren worden gesloten wanneer een vreemdeling tegen zonsondergang een onherbergzaam dorp binnenwandelt. Het album eindigt gepast met de naïeve uitsmijter 'Forgotten Lullabye', het perfecte slaapmelodietje, inclusief lieflijke belletjes.
Wie houdt van het akoestische werk van gitaarvirtuoos John Fahey, maar ook wegdroomt met Ry Cooders magistrale soundtrack 'Paris Texas' zal zeker dit werk appreciëren. 'Who Knew Charlie Shoe' is toegankelijk door de schat aan warme gitaarmelodieën en is tegelijk vernieuwend door de onconventionele percussiebegeleiding.
Meer over Richard Leo Johnson / Gregg Bendian
Verder bij Kwadratuur
Interessante links