Ze zouden talrijker gezaaid moeten zijn, projecten waarin Vlaanderen en Wallonië elkaar ontmoeten. De nieuwe cd van het Rêve d'Eléphant Orchestra, waarop het langer wachten was dan gehoopt, kwam tot stand dankzij de steun van zowel de Vlaamse als de Waalse overheid. Zo hoort het ook, want hoewel buiten het label eigenlijk geen Vlaamse ingrediënten betrokken zijn binnen dit collectief, draagt de groep een idee van jazz in zich waar men in Europa van mag opkijken en waar Belgen dus trots op zouden mogen zijn. De spitsvondigheid, waar trombonist en tuba-speler Michel Massot binnen deze groep eigenlijk de fysieke belichaming van is, de ongedwongen zin voor exploratie en de no nonsense-manier van musiceren, zonder hoogdravende artistieke pretenties of gemaniëreerde mixage, maakt het Rêve d'Eléphant Orchestra tot een bijzondere groep, die binnen België zijn gelijke niet kent.
Kwalitatief hoeft men aan 'Pourquoi Pas un Scampi?' niet te twijfelen. Het was van 2004 geleden dat het Rêve d'Eléphant (waarbij de olifant allicht Massots logge tuba voorstelt) nog met een plaat op de proppen kwam, maar deze nieuwe opname was het wachten waard. De plaat valt niet meteen bij een eerste luisterbeurt op zijn plaats, maar wie herhaaldelijk blijft teruggrijpen naar deze geschifte droomwereld, wordt er als vanzelf steeds vaker naartoe gezogen. De fascinatie groeit kortom, en daar kunnen alleen de razend interessante groepsarrangementen verantwoordelijk voor gesteld worden. Logisch is dat de afzonderlijke nummers door een bepaald muzikant gecomponeerd werden (in dit geval staan tubaïst en trombonist Michel Massot en fluitist Pierre Bernard in voor de muziek, de twee laatste nummers niet meegerekend), maar alle nummers werden na het schrijven door de ganse groep opnieuw geordend en geïnterpreteerd. Daardoor klinkt 'Pourquoi pas un scampi?' als een heel consistente rit, waarbij het geluid in de ballades niet fundamenteel verschilt van dat in de meer ko(s)misch opgevatte tracks.
De samenstelling van het ensemble verraadt al voor een stuk hoe ongebruikelijk de sound in feite is. Trompet, fluit, tuba, trombone, drums en een resem percussie-instrumenten (die een Afrikaanse uitwerking hebben op het geheel) worden op de luisteraar losgelaten. Het Rêve d'Eléphant Orchestra klinkt als een beweeglijk, swingend oerwoud waarin naast de voor de hand liggende conga's, ook slepende tuba's kunnen opgroeien uit het geheel. Evengoed schiet Alain Vankenhove uit met harde trompetsolo's, die soms zelfs eens naar de funk durven verwijzen, maar evengoed aan Noorse collega's doen denken die uitpakken met hardrockachtige escapades – denk wat dat betreft vooral aan Arve Henriksen en Nils Petter-Molvaer.
Toch klinkt 'Pourquoi Pas un Scampi?' niet als de meesterlijke plaat die het Rêve d'Eléphant Orchestra definitief op de kaart zal zetten. Hun samenspel doet daarvoor soms te artificieel aan en sommige nummers blijven te geconstrueerd aanvoelen. Daarenboven hadden bepaalde composities strakker mogen klinken. De harmonische input in bijvoorbeeld 'Mon éléphant' blijft namelijk te beperkt en de solisten komen niet helemaal los van de stereotiepen die een dergelijke ballade passen. Massot plaatst er even later een voor hem zo kenmerkend pompeus lijntje onder, waardoor ook dit werk iets vreugdevols en kermisachtig krijgt, een gegeven waar het Rêve d'Elephant Orchestra alles bij elkaar iets te vaak naar teruggrijpt. Wanneer de vettige gitaarsound van Benoist Eil daar probeert verandering in te brengen, gaat 'Pourquoi pas un scampi?' teveel neigen naar een karikatuur van zichzelf, wat al helemaal niet de bedoeling kan geweest zijn.
Van het nieuwe album van Massot, Bernard en co gaat dus een magische aantrekkingskracht uit, maar over de hele lijn slaat het Orchestra te weinig met verstomming. Een band als deze zou drastischer en opzichtiger moeten spelen, wil het over de hele lijn blijven boeien.