Bescheiden zijn ze niet echt, The Resonators. Het feit dat radio dj, reggaekenner en selector David Rodigan over de band eens liet vallen als zijnde “British Reggae at it’s Best” kan niet genoeg beklemtoond worden. Naar enige achtergrond of samenstelling van die reggaeband is het echter gissen. Niet dat zoiets enige reden tot bezorgdheid geeft; dat laat de grote peace, love and unity-factor op dit van warme dubreggae en sensuele vrouwenzang voorziene album niet toe.
Twaalf is een magisch getal dat uren, apostelen en dus ook tracks op ‘The Constant’ omvat. Resonators heeft verstand van muzikale, Jamaicaanse goddelijkheid. Zijn erg subtiele, zachtmoedige rootsreggae houdt het strak en sober, met de nodige ruimte voor stiltes en rondtollende echo’s.
Alle eer aan de bassist van deze negenkoppige, bonte bende die keer op keer een warme, lekker rollende melodie tevoorschijn weet te toveren. Respect ook voor het strakke werk van drummer en slaggitarist, die beiden het principe ‘less is more’ prima onder de knie hebben. Het instrumentale kader van zowat elke track blijkt hier uitermate sterk. Die rollende riffs, herhaalde snareroffels en tollende orgelstoten in het psychedelische dubintermezzo ‘Transmission’ mochten eindeloos voortduren. Downtempo beats krijgen heel af en toe een energiestoot, maar een heerlijk lome gezapigheid domineert op dit album.
Het meest typerend is de eigenzinnige, vrouwelijke dubbelzang van leading ladies Kassia Zermon en Faye Houston. Die zorgen voor enige sensualiteit, maar missen toch de nodige soul. Een nogal metaalachtige galm en weinig emotionele diepgang verhinderen dat ‘B.A.S.I.C.’ echt het Resonators-anthem kan zijn, iets waar het tekstueel anders wel op aanstuurt. Zoals de hippe, wat vlottere opener ‘Family Familiar’ of het mooi afwisselend gezongen ‘Try Again’ vol zusterliefde bewijzen, gaat toasten de dames beter af dan echt voluit te zingen en is het vooral de wat diepere, hese tweede stem van Houston die deze muziek kan trekken.
Een tweede minpunt: deze plaat verdient een veel betere productie. De diepe, warme bas zit goed, en de slaggitaar mengt zich netjes, maar zelden vormen alle ingrediënten echt een coherent geheel, laat staan dat er over een vaste eindklank is nagedacht. Zonde, want Resonators weet als remixers voor zijn ep’s telkens het kruim van Londense dubstepproducers en Ninja Tune goden voor zich te winnen. Nu falen wat eenvoudige echo-effectjes voor echte binding te zorgen.
Dat Resonators een livereputatie heeft die de band zelfs op de affiche van Glastonbury brengt, is een verdienste die op dit tweede album niet wordt verzilverd. De band lijkt wat te wringen met zijn eigen geluid en de vocale tekortkomingen van de energieke, markante frontvrouwen komen pijnlijk aan de oppervlakte in de omgeving van een studio. ‘The Constant’ komt spijtig genoeg nogal wankel over.