Jazz- en fusionliefhebbers zullen misschien niet alle artiesten van dit unieke samenwerkingsproject kunnen plaatsen. De middelste van de drie zou toch een stevige bel moeten doen luiden. Laswell is zowel als bassist, labeleigenaar (Axiom) als producer immers een muzikale duizendpoot. Zijn naam staat inmiddels onder zo’n 300 platen, geen kat die de tel nog kan bijhouden. De voornaamste vijver waar Bill Laswell in peddelt, is die van onstuimige funkrock (met de band Material), jazzdub of avantgardistische wereldmuziek. Drummer Morgan Agren heeft met zijn werk voor Zappy’s Universe inmiddels een Grammy op de kast staan en is erkend als beste fusiondrummer ter wereld in de Modern Drummer poll van 2010. De Finse gitarist Raoul Björkenheim tenslotte heeft met tal van jazzprojecten als Krakatau of Scorch Trio reeds drie decennia zijn virtuositeit aangetoond.
De drie heren hebben een uniek triumviraat opgezet. ‘Blixt’ is een powerproject waarin jazz, fusion en blues in een wilde omgeving van artrock worden geplaatst. De plaat bestaat uit tien erg nerveuze, krachtige songs die de geest van Jimi Hendrix koppelen aan do-it-yourself mathrock en luidruchtige drum- en gitaarexploten. In dit voortdurende spanningsveld roffelt en freewheelt Agren veelvuldig op zijn vellen (om slechts zelden het ritme te lossen), pingelt en wriemelt Björkenheim in een geheel van permanente gitaarsolo’s en vingervlugge partijen en rukt Laswell vakkundig aan zijn dikke snaren om zijn bas zowel te laten rollen als glijden.
Het tempo ligt erg hoog en wordt met veel cimbalenwerk nog wat extra opgeklopt. Dat maakt ‘Blixt’ erg spichtig, als een lange jam waarin iedereen zijn ding doet en af en toe raakvlakken opzoekt met zijn medemuzikanten. Wie echter door het verwilderde muzikale omhulsel prikt, ontdekt een systeem van interactie waarbij de drie muzikanten elkaar zowel aandacht als rust gunnen en samen opklimmen tot een mooi totaalverhaal. Dat levert soms verdraaid knappe vondsten op, zoals ‘Moon Tune’, dat als een volautomatische drukpers doorrolt in een fabrieksomgeving van gierende machines.
Deze plaat rommelt, schuurt en scheurt en is een sterk staaltje technisch vernuft waarin de jazzachtergrond van de artiesten wel doorschijnt, maar niet echt uitstraalt. Dat geldt in het bijzonder voor een song als ‘Drill Beats’, die vertrekt vanuit een hoekige drumpartij en hoog vibrerend gitaarwerk en daardoor vol verwarrende structuren zit, maar toch naar punkmuziek toe neigt. ‘Storm’ vangt dan weer aan met loodzware gitaar- en drumfrasen en lijkt op instrumentale stonerrock met dolgedraaide snaarpartijen. Op die manier verzoent dit drietal op een unieke manier stevige, alternatieve gitaarmuziek met complexe, jazzy composities.
‘Blixt’ blijkt zowel moeilijk als boeiend. De term ‘noise’ ligt soms op het tipje van de tong en de plaat zal allicht het hoofd van veel luisteraars doen tollen. Maar spreek ook gerust van een muzikaal unicum met ontzettend hoog technisch vernuft. Dit album leent zich in elk geval niet tot beluistering ’s morgens vroeg of ’s avonds laat, maar op het actiefste moment van de dag.