Barnyard Records documenteert met veel ijver alles wat zich in het hedendaagse jazz- en improvisatiegebeuren van Toronto afspeelt. Niet dat de Canadese stad een uitzonderlijk rijke of grote scene herbergt, maar de betrokken muzikanten en ensembles toonden hun internationale relevantie reeds verscheidene keren aan met originele en/of kwalitatieve projecten zoals het Element Choir en het trio Lewis, Downing & Martin. Ook dit nieuwe elektro-akoestische kwintet, geleid door saxofonist Evan Shaw en trompettiste Nicole Rampersaud, verdient puur op basis van het geleverde artistieke product de nodige aandacht.
Op ‘Halcyon Science130410’ (de cijfers duiden op de datum waarop de plaat werd opgenomen) spelen zoals verwacht geen bekende namen mee. Wes Neal (contrabas), Tomasz Krakowiak (percussie), Jean Martin (drums en elektronica) en de twee bandleiders kunnen daarentegen worden beschouwd als lokale helden. Hun belangrijkste wapenfeiten bestaan uit losse concertervaringen met musici als Evan Parker en Anthony Braxton, geen kleine jongens natuurlijk, maar wie het wereldje een beetje volgt weet dat zulke referenties meestal weinig voorstellen. Het bescheiden cv van de vijf musici mag echter geen aanleiding geven tot een rechtstreeks waardeoordeel van deze plaat, want het kwintet brengt het er op zijn eerste album tamelijk goed vanaf.
Speerpunten in dit ensemble zijn zoals verwacht de twee blazers, maar met zijn opvallende drumaccenten stijgt ook Jean Martin opvallend boven de rest uit. Zijn minimalistisch maar strak bas- en snaredrumwerk is als een kapstok voor de rest van de groep. Zo maakt hij bijvoorbeeld niet alleen de baan vrij voor een solerende Shaw in ‘What is it you are looking at?’ maar zorgt hij ook in andere tracks voor herkenning en “swing”. De meestal traag voortschrijdende blazerpartijen worden daardoor gecontextualiseerd en die ingreep werkt aardig, zonder dat de groep hervalt in een voorspelbaar patroon van ritmesectie versus solist. Vooral omdat Martin veel met gebroken ritmes werkt worden die valkuilen mooi vermeden en blijft het allemaal lekker grillig.
De lange compositorische lijnen die door deze overigens heel vrij klinkende muziek lopen zijn meestal voor rekening van Shaw en Rampsersaud en in mindere mate voor bassist Neal, omdat die vaak zijn eigen gang mag gaan. De opvallendste rol is weggelegd voor percussionist Tomasz Krakowiak, wiens bijdrage er in bestaat de meest vreemde en onverwachte percussieve elementen toe te voegen. Naast de weinig opvallende elektronica, die ook wat bizarre piepende en zoemende accenten legt, zijn het deze plots raar kloppende of qua klank heel verfrissend aandoende contributies van Krakowiak die voor een originele toets zorgen.
De meerwaarde van dit kwintet ligt dan ook vooral in zijn samenstelling en het resultaat daarvan met betrekking tot het repertoire. Op deze plaat is namelijk een groep aan het woord die niet zozeer buitengewone dingen doet met jazz en improvisatie, maar zich vooral onderscheidt door opvallende en aparte klemtonen te leggen en dito keuzes te maken. Dat maakt van ‘Halcyon Science130410’ niet zozeer een essentiële plaat maar wel eentje die een origineel perspectief biedt op zijn genre.