Radar Bros. is één van die vele voorbeelden van Amerikaanse indiebands die hun populariteit in Europa niet kunnen waarmaken. Dit uitgegroeide trio rond Jim Putnam kan rekenen op een grote schare aanhangers doorheen heel de Verenigde Staten, maar in een twaalfjarige carrière met vijf platen blijkt zijn muziek toch net iets te loom en onwezenlijk om hier de mensen op de knieën te krijgen. Dat is op deze nieuwe langspeler niet minder het geval.
'Auditorium' houdt stevig vast aan de opgebouwde reputatie van Jim en co. Sfeervolle popliedjes tippen aan Britse voorbeelden, maar kunnen een Amerikaans accent niet geheel verbergen. Een vleugje blues, een beetje rock, een tikkeltje americana en een snuifje pop: de muziek van Radar Bros. is vaak moeilijk te vatten en lijkt soms vrij doelloos rond te spoken. Hoewel liedjes aan de basis vanuit verschillende invalshoeken vertrekken, wordt alles immers onder een erg loom en moeizaam karakter gestoken, deels aangegeven door een futloze zang, deels door een afgevlakte instrumentale sfeertapijten. Titels als 'When Cold Air Goes to Sleep', 'Warm Rising Sun' of 'Watching Cows' liegen er niet om: Jim is duidelijk een dagdromer. Voortsjokkelende ritmen of een te weinig gevoelsgeladen, oppervlakkig spel doen deze erg fijngevoelige muziek de das om. Wie houdt van heerlijk wegdromen, zal in deze cd zijn ding wel vinden, maar kan toch niet ontkennen dat iets meer expliciete afwisseling hier welkom zou zijn. Zelfs een song als 'Happy Spirits', dat de drive en het pianospel van The Beatles boven haalt, blijft zich erg moeizaam voortslepen. Het daarop volgende 'Heart of Crows' is een quasi akoestische pianoballade die zo tergend langzaam verder kruipt, dat een stevige geeuw moeilijk te onderdrukken valt. Een Radar Bros.-optimist zou vergelijkingen met Coldplay of Grandaddy kunnen opwerpen (voor zover beiden verzoenbaar zijn), maar negeert dan wel een gebrek aan energiegolven. Gelukkig zit het aan de basis wel goed. Songs als 'On Nautilus' of 'Hills of Stone' zijn te puur en mooi om weg te cijferen, ook al is hun omkadering dan verre van perfect – ziehier de rol van een goede producer. Een keer of tien in de sfeer van dit plaatje kruipen, kan echter verhelderend werken.
Hoewel namen Radar Bros. of 'Auditorium' zouden kunnen refereren naar een hoogkwalitatieve geluidsomgeving, is daar op deze cd weinig van te merken. De band toont hoe een dominante sfeer leuke liedjes kan afvlakken en bevat een aantal kenmerken die niet echt toe te juichen zijn: Amerikanen die Britse muziek maken, diepe sfeerpop doe het moet stellen zonder degelijke producer, schilderende titels die afsteken tegen een nogal gevoelloos spel en een ronduit lelijke hoes (de ingang van een auditorium). Het plaatje wringt langs te veel kanten.
Meer over Radar Bros.
Verder bij Kwadratuur
Interessante links