Op 'Songs For Sad Women' is de uit Libanon afkomstige ud-speler Rabih Abou-Khalil weer te horen in een eclectisch gezelschap. Met de Franse blazer Michel Godard en de Amerikaanse percussionist Jarrod Cagwin weet hij zich omringd door twee getrouwen, en samen krijgen ze het gezelschap van de Armeense duduk-speler Gevorg Dabaghyan.

Wie met westerse oren naar dit album luistert zal zijn muzikale verwachtingspatroon danig moeten bijstellen. Evolutie, dynamiek en contrast zijn hier namelijk geen axioma's. Wel heeft de muziek het geduld van minutieuze kalligrafie, het oneindige van de woestijn en de berusting van oosterse wijsheid.

Alle nummers van deze cd werden door Abou-Khalil geschreven en van zijn kenmerkende ironische titels voorzien. Blijkbaar heeft hij zich voor het componeren niet goed rekenschap gegeven van de tessituur van Dabaghyans duduk, want deze moet geregeld octaveren om de voor hem bestemde melodieën gespeeld te krijgen. Echt storend werkt dit niet, aangezien de thema's meestal door twee of die melodie-instrumenten samen gespeeld worden, begeleid door percussie van handtrommen en rinkelend metaal, zoals bij de bewegingen van een buikdanseres. Adembenemend zijn de melodieën niet te noemen, maar meeslepend wel, of ze nu traag schommelen of door een snellere, soepele drive gesteund worden.

Deze duidelijke esthetiek betekent niet dat stukken op het album allemaal hetzelfde profiel hebben. Waar bij de meeste composities de melodie zonder veel dralen inzet, mag de luisteraar in 'Best if You Dressed Less' het ontstaan van de melodie meemaken, waarna een kleine versnelling het stuk een etage hoger tilt. In het afsluitende 'A Chocolate Love Affair' worden dan weer meerdere melodieën achter elkaar geplaatst, waardoor deze compositie tot meer dan elf minuten uitgesponnen kan worden. Bij 'The Sad Women of Qana' wordt de compositie het duidelijkst uitgewerkt met progressies in de melodie en imitaties tussen de verschillende instrumenten. De lichtjes polyfone improvisaties tussen Godard en Dabaghyan die daarop volgen, wordt desondanks nooit een echt duel.

De solistische interventies worden overigens steeds sober gehouden. De begeleiding beperkt zich hier meestal tot percussie en een basrol voor de serpent. Op de solist wordt vaak een kleine echo geplaatst die steeds smaakvol blijft en het geluid van de muzikant extra ruimte geeft. Ook hier is het demonstreren van virtuositeit niet aan de orde. Vooral Dabaghyan houdt het heel bescheiden, zowel qua toonomvang als qua dynamiek. Hij zweert bij klare, eenvoudige lijnen en lijkt zich tijdens het spelen helemaal op zichzelf terug te plooien, iets wat mooi aansluit bij de fluwelen, klarinetachtige klank van de duduk.

Ook de anderen houden het rustig, hoewel Godard in 'Para O Teu Bumbum' even een jazzy frasering hanteert en Abou-Khalil in 'Le Train Bleu' voor een zeldzame, openlijke opbouw kiest. Wanneer hij Cagwin meesleurt in het proces, creëren de twee een mooie springplank voor het hernemen van het thema.

'Songs For Sad Women' is geen plaat om van omver te vallen. Ze laat wel horen dat de combinatie van introspectie, onthaasting en muziek niet per definitie moet resulteren in genante new age, maar ook mooi en kamerbreed kan klinken.

Meer over Rabih Abou-Khalil


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.