Qui is een noiserockband uit het goddeloze Californië. De groep dateert al van 2000 en bestond in die dagen enkel uit drummer Paul Christensen en gitarist Matt Cronk. In 2006 vervoegde David Yow echter de Qui-rangen. Yow is de ex-zanger van The Jesus Lizard, een experimentele noiseband uit Chicago die in 1999 ter ziele ging. Als trio wist Qui het oor te vangen van Mike Patton, die de band tekende voor zijn label Ipecac. 'Love's Miracle' is de bands eerste internationale release en is ondanks zijn schizofrene karakter een meevaller.
Qui is niet bang om lelijk te klinken, net zoals The Jesus Lizard er vroeger geen graten in zag om botte, choquerende indierock te spelen die klonk als de inspiratie voor The Feminists in Koen Mortiers film 'Ex-Drummer'. Daarentegen – en veel belangrijker – is de band evenmin bang om mooi te klinken en dankzij dat contrast wordt Qui boven de middenmoot uitgetild. Yows gegromde, uitgespuugde vocals worden afgewisseld met aangehouden harmoniezang, uitgespreid over de complexe riffs en grooves van Christensen en Cronk. De plaat opent met het vuile 'Apartment', waarin Christensen de leidzang voor zijn rekening neemt. De song vertoont een duidelijke industrialinvloed die aan metalrockers Melvins doet denken. Op de creepy single 'Today, Gestation' is het de beurt aan de nihilistische Yow, die zoals steeds de zelfkant van het menselijke bestaan belicht: "I gave you money / You took off your clothes". Nick Caves vroegere band The Birthday Party klinkt door in Cronks minimalistische, atonale riffs. Vervolgens is 'Gash' een indrukwekkende showcase voor diens snaarkunsten, waarmee Qui even terechtkomt in het vaarwater van instrumentale gitaarhelden The Fucking Champs. Yows akelige uitvallen corresponderen echter niet altijd even lekker met Cronks hoekige gitaarlijnen en de zanger voegt soms weinig boeiends toe aan het geheel ('Freeze', 'New Orleans'). Een pak intrigerender wordt het in 'A #1', waarin de drie artiesten zich wagen aan een elegante harmoniezang, gedragen door schaarse, kale muzikale begeleiding. Op een totaal van negen songs staan er twee covers op 'Love's Miracle': een ruige, nietsontziende reprise van 'Willie the Pimp' van Frank Zappa en Captain Beefheart (uit 'Hot Rats', 1969) en tenslotte 'Echoes', een sterk ingekorte maar sfeervolle versie van Pink Floyds magistrale epos uit 1971 (uit het album 'Meddle').
Met slechts een handvol echt pakkende nummers slaagt Qui er alsnog niet in om volledig te overtuigen. Het lijkt alsof Yow nog wat te veel hunkert naar zijn verleden bij The Jesus Lizard en zich daardoor minder goed in de huidige groep kan integreren. Dankzij het niveau van de spelers is 'Love's Miracle' echter een aanrader voor liefhebbers van vuile, niet voor de hand liggende rock. Hopelijk weet Qui op het volgende album zijn sterke punten uit te diepen en zodoende de identiteit van de band wat strakker te omlijnen.
Meer over Qui
Verder bij Kwadratuur
Interessante links