De bonkige Kempenzonen van Psycho 44 schopten het in 2010 tot in de finale van Humo’s Rock Rally met een aanstekelijke cocktail van scheurende stonerriffs, gierende synthesizers en opgefokte popmelodieën. De eerste langspeler ‘Suburban Guide To Springtide’ weet de aan punk verwante adrenalinestoten van de groep uitstekend te capteren.
Opener ‘All My Demons Have Distortion’ stond in 2011 al op de EP ‘Demon’, maar blijft natuurlijk een dijk van een nummer. Psycho 44 kneedt opruiende vocalen, rauwe gitaren, extatische drums en overstuurde synths tot een noisy doch melodieus werkstuk waar de energie en het spelplezier vanaf druipen.
De stoottroepen van zanger/gitarist Gaelian Corluy laten er weinig twijfel over bestaan waar ze de mosterd gehaald hebben. De broeierige riffs, hoekige bassen en psychedelische synthpartijen van ‘Tender Model Blues’ lijken zo weggelopen uit een track van Queens of the Stone Age, terwijl de hese frasering en onstuimige hard-zachtdynamiek van de titeltrack een gezonde adoratie voor Nirvana doet vermoeden.
Gejaagde drumbeats, simpele doch efficiënte gitaren en uitgelaten zang maken van het uptempo ‘Surfer Shell’ een vlot weghappend punknummertje. Met zijn schurende distortion, baldadige synthesizers en opzwepende ritmesectie (inclusief koebel) is ‘Dance MTHRFCKR Dance’ een kopstoot van een single. De gelaagde afsluiter ‘Tamiko’ verkiest een meer atmosferische aanpak, maar is daarom niet minder meeslepend.
Bepaalde ideeën, bruggetjes of hooks op ‘Suburban Guide To Springtide’ zullen de liefhebbers van het betere gitaarwerk zeer vertrouwd in de oren klinken. Psycho 44 zet herkenbare stijlelementen uit punk, rock, stoner en industrial echter probleemloos naar zijn hand en zadelt zijn luisteraars nooit met een déjà entendu gevoel op. Beter goed gepikt dan slecht bedacht, luidt het spreekwoord.