De roots van Primal Scream gaan terug op de raveperiode begin jaren ’90: de acid- en Madchestertijd, de hoogdagen van de Creation Records-clan (veel meer dan een label met bevriende artiesten). Met de maturiteit van dit van oorsprong Schotse gezelschap werd psychedelische muziek echter ingeruild voor experimentele noise en later meer sexy, bluesy rock’n’roll. Twee jaar geleden ondernamen brein Bobby Gillespie en co echter een wereldtoernee waarbij succesplaat ‘Screamadalica’ integraal werd vertolkt en de tijden van hallucinogene middelen opnieuw bovenkwamen. Op de tiende studioplaat, ‘More Light’, komen al die levensfasen netjes bij elkaar.
Opener ‘2013’ zet Primal Scream in het hier en nu. In een bijna demonisch, doorgedreven kader zet het nummer veel vraagtekens bij de platte hedendaagse pop- en jeugdcultuur. De uitermate epische, zelfs langdradige opvolger, ‘River of Pain’ doet daar zelfs nog een schepje bovenop door mooi binnen te komen met een fluisterend, met blues geïnjecteerde structuur om halfweg uit te monden in een psychedelische carrousel van elektronische grooves, percussie, altsax en tollende effecten.
Het leger gastmuzikanten dat een volledige pagina in het boekje opeist, liegt er niet om. Dit is het steevast veel volgelingen meeheulende Primal Scream ten voeten uit. Met draaiorgels, trompetten, fluit, gospelkoor of zelfs een volledig symfonieorkest wordt zoveel saus over het vlees gegoten, dat de textuur soms volledig verdwijnt.
‘More Light’ is echter geen wauwelplaat. Dit is mogelijk zelfs het meest krachtige, explosieve album dat de heren totnogtoe maakten (het vaak overstuurde ‘XTRMNTR’ buiten beschouwing gelaten). Wat immers te denken van een track als ‘Have Fun’ met zijn moddervette basgroove en tekst met rebellerende punkideologie. Maatschappij, politiek en economie zijn verrot en daar is Gillespie, op de hoes als een duivel tussen geschilderde kitschbloemen, best boos over. Het zomers klinkende ‘Invisible City’ is een opsomming van grootstedelijke clichés (van “kebab shops” tot “crack house zombies”), maar bevat een stevige sarcastische ondertoon.
Vocaal laat de frontman het precies niet aan zijn hart komen. Vaak bijgestaan door vrouwelijke meerstemmigheid, blijft hij gemoedelijk, warm en melodieus, netjes ruimte latend voor de nodige instrumentale fantasieën. Of dat nu in tegendraadse, overstuurde psychedelica is (‘Sideman’) of in een wat meer gedreven, borrelende bluestrack als ‘Turn Each Other Inside Out’: dankzij een lichte reverb en toefluisterende intonatie krijgt de frontman zelfs iets sensueels. Die laatste song is met zijn rollende basriff, onderhuids gitaargepingel en abstracte, suggestieve tekst overigens zonder twijfel de meest sexy track op deze cd.
Primal Scream bevestigt met zijn jubileumplaat nog steeds mee te tellen. ‘More Light’ weet tegelijkertijd te charmeren als te bijten. Aan diepgang is er in elk geval geen gebrek, ook al laat het album zich oppervlakkig ook best smaken. Niet dat elk van de dertien tracks een schot in de roos is - op het einde lijkt de fut er wat uit - maar de Schotten maken muziek luisteren toch weer een stuk prettiger.