Stravinski zei over Boulez, zoals iemand ooit over Picasso gezegd moet hebben: "wat zie je in 'Le Marteau sans Maître?" – "Ik hou gewoon ervan naar Boulez te luisteren". De rijke, sensuele klankwereld van deze net tachtigjarige componist verveelt inderdaad nooit, en dat is in een werk als 'Le Marteau sans Maître' goed te merken. Boulez dirigeert hier zijn eigen ensemble met dit werk en twee minder bekende.
De opzet van 'Le Marteau' is op zijn minst opmerkelijk te noemen: het is geschreven voor altstem en een ongewone combinatie van zes instrumenten, namelijk: altfluit, gitaar, altviool, vibrafoon, xylorimba en (heel divers) slagwerk. Hiermee schept Boulez een klankbeeld dat wat oriëntaals aandoet en bij momenten herinneringen oproept aan traditioneel Indonesische of Chinese muziek. Ook structureel is dit werk niet evident. De negen secties zijn gebaseerd op drie contrasterende gedichten van René Char, maar Boulez goochelt met hun volgorde. De tekst speelt slechts in drie delen – waarin trouwens ook het muzikale materiaal aangebracht wordt - een rol, maar Boulez leidt van deze drie basisideeën zes andere muzikale secties af. Zo zijn bijvoorbeeld het eerste, derde en zevende deel in één stijl geschreven, terwijl delen twee, vier, zes en acht een ander klankidioom hebben. De drie deeltjes die afgeleid zijn van 'L'Artisanat furieux' bijvoorbeeld, hebben een prominente en vaak vloeiende fluitpartij, ondersteund door een wirwar van korte pizzicato's, gitaarakkoorden en allerhande klopjes in het slagwerk. 'Bourreaux de Solitude', met drie afgeleide secties, is dan weer een serieel gecomponeerd, versnipperd geheel van afzonderlijke klanken, waarbij de zanglijn bij momenten bijna volledig met de begeleiding samenvloeit. De cd is inderdaad het ideale medium om dit werk te beluisteren, want zo kan de luisteraar tussen de verscheidene secties vooruit- en achteruitspoelen en zo echt de samenhang tussen de delen onderling waarnemen.
De twee andere werken, 'Dérive 1' en '-2' dateren uit 1984 en 2002 respectievelijk. Het zijn minder bekende stukken dan 'Le Marteau sans Maître', maar vooral 'Dérive 2' springt in het oog door zijn energieke kluwen van klanken. Het is ook voor de grootste bezetting geschreven ,(elf klassiek gekozen instrumenten), en de luisteraar kan zich eindeloos bezig houden met het proberen te onderscheiden van de verschillende kleuren en melodielijnen die in deze compositie door elkaar lopen. Wat oorspronkelijk weinig meer was dan een studie in seriële muziek ontwikkelt zich zo tot een briljante kleurexplosie waarin de luisteraar toch met weinig problemen een eerder klassieke structuur kan ontdekken.
Voor wie een introductie tot de muziek van Pierre Boulez wil, is deze cd een uitstekende gids. Betere uitvoerders voor dit soort muziek kan men zich moeilijk voorstellen en de drie werken die hier voorgesteld worden zijn representatief en goed gekozen. Trouwens, Boulez' sensuele en soms overweldigende klankwereld hoeft niet alleen kenners te bekoren.
Meer over Pierre Boulez
Verder bij Kwadratuur
Interessante links