De vorige plaat van Picastro, 'Red Your Blues', liet vier jaar op zich wachten, maar geen haan in België die daar om kraaide: het album vond zijn weg naar de Belgische winkelrekken jammer genoeg niet. Nochtans beloofde het debuut een knappe toekomst voor de groep rond de Canadese singer-songwriter Liz Hysen. Met 'Metal Cares', hun tweede plaat, krijgt Picastro alsnog de kans die ze verdienen. Al duurde het opnieuw ruim een jaar voor de cd ons land bereikte.
Liz Hysen is geen singer-songwriter in de Sheryl Crow-betekenis van het woord. Ze mag dan wel een akoestische gitaar bij de hand hebben, haar breekbare, onduidelijke stem en hoekige songs kunnen bezwaarlijk conventioneel – laat staan kampvuur – genoemd worden. Op wat flarden woorden na blijft Hysen onverstaanbaar. De zinsneden die wel duidelijk zijn, zoals "Let's be cheap / Let's be monsters / Like we really are" in 'No Contest' verraden dat Hysen geen liefhebster van zonneschijn, lolly's en regenbogen is. Die donkere, haast depressieve sfeer vertaalt zich naar even desolate melodieën: de geest van indiesongwriters als Cat Power of Smog is niet veraf. Sommige nummers zijn strikt genomen amper songs: zo bestaat 'Common Cold' uit niet veel meer dan een met ruis en reverb bedolven pianolijn en Hysens krakende stem. Maar de aanpak werkt: het intieme karakter, het charmante tegendraadse en de melancholische melodieën waarnaar het even zoeken is, geven Picastro een prachtige eigen stem in de indiewereld.
Ook de begeleiding klinkt niet alledaags. Naast Hysens akoestische gitaar doen er ook een elektrische gitaar, cello, viool en drum mee. Op een nummer als 'Sharks' komt die begeleiding het best tot zijn recht: een ongepolijste, eenvoudige drum en slepende strijkers begeleiden een dreigende, bijna betoverende gitaarriff. Halverwege het nummer lijken de strijkers plots hun instrumenten te stemmen, een geluid dat wonderwel uitstekend bij het nummer past. Geen van de muzikanten is een technisch vernuft: stuk voor stuk concentreren ze zich op de klank van hun instrument. Ze schuwen daarbij het valse (of liever: dissonante) niet en af en toe loert de chaos om het hoekje – Sonic Youth akoestisch zeg maar.
Met 'Metal Cares' laat Hysen voor de tweede keer zien dat ze het verdient tussen de beste singer-songwriters van de indiescene te staan. Wie niet bang is van een wat experimenteler geluid, zal Picastro snel aan het hart drukken. En nu maar hopen dat ze ook live eens naar België afzakken.
Meer over Picastro
Verder bij Kwadratuur
Interessante links