Matthew Houck, aka Phosphorescent, maakt het zich allesbehalve gemakkelijk. Na twee prachtige, maar – jammer genoeg – al bijna even genegeerde albums ('A Hundred Times Or More' uit 2003 en 'Aw Come Aw Wry' uit 2005) schiet de muziekwereld pas echt wakker met mans derde album: 'Pride' uit 2007. Menig recensent komt superlatieven te kort om de pracht van dit duistere alternative country album te omschrijven en her en der wordt Matthew Houck al de nieuwe Bob Dylan genoemd. Dit laatste dient uiteraard met een grote korrel zout genomen te worden, maar het album zorgt er in één klap wel voor dat een breder publiek kennis maakt met zijn wondermooie muziek. Het is dan ook een zeer eigenzinnige zet om twee jaar later dit succesalbum op te volgen met een plaat vol covers van één van de grootheden uit de country-muziek: Willie Nelson.
Niet enkel het feit dat het hier gaat om een plaat volledig gevuld met covers is opvallend, het zijn bovendien elf nummers die Willie Nelson ooit geschreven of gebracht heeft (ze zijn namelijk niet allemaal van zijn hand) die enkel de doorwinterde fan reeds zal kennen. Dit laatste maakt het er wel aanzienlijk makkelijker op om dit als een volwaardig Phosphorescent-album te beschouwen, weinigen zullen de songs namelijk onmiddellijk kunnen vergelijken met de originelen. Bovendien zetten Matthew Houck en zijn medemuzikanten de nummers één voor één subtiel, maar met veel respect naar hun hand. Verwacht dus niet louter de traditionele country zoals we die van Willie Nelson kennen, de nummers krijgen één voor één een laagje Phosphorescent over zich heen: iets meer tristesse, een donkerder ondertoon en vooral een hele andere invulling van de zangstem welke soms zeer dicht aanleunt bij deze van Bonnie 'Prince' Billie. Het nummer 'Can I Sleep In Your Arms' krijgt door meerstemmigheid zelfs een geheel eigen karakter. Ondanks de overheersende tristesse op het album klinkt het geheel toch nog iets opgewekter dan zijn voorgaand werk, daar waar de meeste titels van de gekozen nummers toch weer niet al te vrolijk aandoen, met 'Too Sick To Pray', It's Not Supposed To Be That Way' en 'Permanently Lonely' als voornaamste voorbeelden. In een plaat die voornamelijk bestaat uit trage country-slepers, zijn de opgewekte nummers 'I Gotta Get Drunk' en afsluiter 'The Party's Over' dan ook welgekomen afwisselingen. Zonder echte uitschieters aan te kunnen duiden luistert dit album lekker weg en is het een aanrader voor iedereen die niet onmiddellijk gillend wegloopt van de iets traditionelere country.
Het album 'To Willie' zal voor Phosphorecent misschien voor iets meer bekendheid zorgen bij de iets conservatievere country-fan en niet – zoals daarvoor – enkel bij de hippe vogels die louter de iets meer afwijkende en moderne vormen van deze muziekstijl volgen. Misschien was het hem daarom ook gewoon te doen? Hoe dan ook, Willie Nelson is ondanks alles gewoon een muzikale grootheid die niet genoeg lofzangen kan ontvangen (dat bewees hij vorig jaar met grote klasse nog in de Antwerpse Elisabethzaal) en de ode die Phosphorescent met dit album aan hem brengt, is dan ook een welgekomen en geapprecieerd tussendoortje in de gestaag groeiende carrière van Matthew Houck. Niets meer, maar vooral ook niets minder. Maar maak nu toch maar vlug die echte opvolger van 'Pride', Matthew.
Meer over Phosphorescent
Verder bij Kwadratuur
Interessante links